CRvB, 19-08-2009, nr. 07-6140 WAO
ECLI:NL:CRVB:2009:BJ5895
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
19-08-2009
- Zaaknummer
07-6140 WAO
- LJN
BJ5895
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:CRVB:2009:BJ5895, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 19‑08‑2009; (Hoger beroep)
Uitspraak 19‑08‑2009
Inhoudsindicatie
Intrekking WAO-uitkering. Voldoende medische en arbeidskundige grondslag.
Partij(en)
07/6140 WAO
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 14 september 2007, 07/380 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 19 augustus 2009
I. PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. E. Wolter, advocaat te Amsterdam, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Appellante heeft nadere stukken aan de Raad gezonden, waarop van de kant van het Uwv is gereageerd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 juli 2009. Voor appellante is mr. Wolter verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door drs. F.A. Steeman.
II. OVERWEGINGEN
- 1.
Voor een nadere uiteenzetting van de voor dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad naar de aangevallen uitspraak. De Raad volstaat met het volgende.
- 2.
Bij besluit van 31 juli 2006 heeft het Uwv de uitkering van appellante ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), welke laatstelijk werd berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%, met ingang van 25 september 2006 ingetrokken, onder de overweging dat de mate van appellantes arbeidsongeschiktheid met ingang van laatstgenoemde datum minder dan 15% was.
- 3.
Appellante heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Bij besluit van 4 januari 2007 (het bestreden besluit) heeft het Uwv dit bezwaar ongegrond verklaard.
- 4.
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit gegrond verklaard, dit besluit vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen ervan geheel in stand blijven. De rechtbank heeft voorts beslissingen gegeven over proceskosten en griffierecht. De rechtbank, zich overigens verenigend met de medische en arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit, heeft daartoe overwogen, kort weergegeven, dat het Uwv ten onrechte heeft nagelaten een zogenoemde in een toelichting verstopte beperking van een nadere motivering te voorzien, maar dat uiteindelijk niet blijkt dat de belastbaarheid van appellante in de geduide functies wordt overschreden.
- 5.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd, kort weergegeven, dat het Uwv haar beperkingen voor het verrichten van arbeid heeft onderschat en dat een zogenoemde urenbeperking in aanmerking had moeten worden genomen, omdat zij meer recuperatietijd nodig heeft na ruim 25 jaar niet aan het arbeidsproces te hebben deelgenomen.
- 6.
De Raad verenigt zich met de overwegingen in de aangevallen uitspraak over de medische en arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit en maakt deze tot de zijne. Hetgeen appellante in hoger beroep heeft aangevoerd kan niet tot een ander oordeel leiden. De door haar overgelegde informatie heeft geen betrekking op de in geding zijnde datum van 25 september 2006, betreft een ander beoordelingskader (Wet maatschappelijke ondersteuning), dan wel brengt niet mee dat zij op de in geding zijnde datum meer beperkt is dan door het Uwv is aangenomen. De reserve van appellante ten opzichte van werkhervatting na de zeer lange periode waarover zij een uitkering op grond van de WAO heeft ontvangen acht de Raad invoelbaar, maar kan niet afdoen aan de bepalingen die bij de toepassing van de WAO in aanmerking moeten worden genomen.
- 7.
Het hoger beroep kan mitsdien niet slagen.
- 8.
De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door T. Hoogenboom als voorzitter en H. Bolt en H. Bedee als leden, in tegenwoordigheid van I.R.A. van Raaij als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 19 augustus 2009.
(get.) T. Hoogenboom.
(get.) I.R.A. van Raaij.
KR