Beschikking 2001/470/EG betreffende de oprichting van een Europese justitiële netwerk in burgerlijke en handelszaken
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2001
- Bronpublicatie:
28-05-2001, PbEG 2001, L 174 (uitgifte: 27-06-2001, regelingnummer: 2001/470/EG)
- Inwerkingtreding
01-06-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-05-2001, PbEG 2001, L 174 (uitgifte: 27-06-2001, regelingnummer: 2001/470/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Marktintegratie
Beschikking van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de oprichting van een Europese justitiële netwerk in burgerlijke en handelszaken
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 61, onder c) en d), artikel 66 en artikel 67, lid 1,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te handhaven en te ontwikkelen, waarin het vrije verkeer van personen is gewaarborgd.
- (2)
Met het oog op de geleidelijke totstandbrenging van deze ruimte en de goede werking van de interne markt moet doeltreffende justitiële samenwerking tussen de lidstaten in burgerlijke en handelszaken worden verbeterd, vereenvoudigd en versneld.
- (3)
In het Actieplan van de Raad en de Commissie van 3 december 1998 over hoe de bepalingen van het Verdrag van Amsterdam inzake de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid het best kunnen worden uitgevoerd (4), dat door de Europese Raad van Wenen van 11 en 12 december 1998 werd bekrachtigd, wordt verbetering van de justitiële samenwerking in civiele zaken beschouwd als een essentieel stadium in de totstandbrenging van een Europese justitiële ruimte die concrete voordelen biedt voor iedere burger van de Unie.
- (4)
Volgens punt 40 van het actieplan moet worden onderzocht of het beginsel van het Europese justitiële netwerk in strafzaken kan worden uitgebreid tot burgerlijke procedures.
- (5)
In de conclusies van de buitengewone top van Tampere van 15 en 16 oktober 1999 wordt door de Europese Raad aanbevolen een gemakkelijk toegankelijk informatiesysteem op te zetten, dat wordt onderhouden en geactualiseerd door een netwerk van bevoegde nationale autoriteiten.
- (6)
Om doeltreffende justitiële samenwerking tussen de lidstaten in burgerlijke en handelszaken te verbeteren, te vereenvoudigen en te versnellen, moet op het niveau van de Europese Gemeenschap een samenwerkingsstructuur worden geschapen in de vorm van een netwerk, namelijk het Europese justitiële netwerk in burgerlijke en handelszaken.
- (7)
Dit onderwerp valt onder de in de artikelen 65 en 66 van het Verdrag bedoelde maatregelen die in overeenstemming met artikel 67 moeten worden genomen.
- (8)
Om de doelstellingen van het Europese justitiële netwerk in burgerlijke en handelszaken te verwezenlijken, moeten de regels betreffende de oprichting ervan worden vastgelegd in een bindend communautair instrument.
- (9)
Daar de doelstellingen van het overwogen optreden, namelijk de verbetering van doeltreffende justitiële samenwerking tussen de lidstaten en van effectieve toegang tot de rechter voor degenen die betrokken zijn bij geschillen met grensoverschrijdende aspecten, niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en zij daarom beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze beschikking niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
- (10)
Het Europese justitiële netwerk in burgerlijke en handelszaken, dat bij deze beschikking wordt opgericht, is bedoeld om de justitiële samenwerking tussen de lidstaten in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken, zowel op de gebieden die onder bestaande instrumenten vallen als op die waarop thans geen instrument van toepassing is.
- (11)
Op sommige specifieke gebieden zijn op basis van communautaire besluiten en internationale instrumenten al bepaalde vormen van justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken tot stand gekomen. Het Europese justitiële netwerk in burgerlijke en handelszaken komt niet in de plaats van deze samenwerkingsvormen, maar moet deze juist volledig in acht nemen. Deze beschikking laat dan ook de communautaire besluiten en internationale instrumenten met betrekking tot justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken onverlet.
- (12)
Het Europese justitiële netwerk in burgerlijke en handelszaken moet geleidelijk tot stand worden gebracht, op basis van een zeer nauwe samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten. Het netwerk moet gebruikmaken van de mogelijkheden die worden geboden door de moderne informatie- en communicatietechnologie.
- (13)
Om zijn doelstellingen te verwezenlijken moet het Europese justitiële netwerk in burgerlijke en handelszaken steunen op contactpunten die door de lidstaten worden aangewezen en verzekerd zijn van de medewerking van de autoriteiten van de lidstaten met specifieke verantwoordelijkheden op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken; onderlinge contacten en periodieke vergaderingen zijn van wezenlijk belang voor de werking van het netwerk.
- (14)
Het is van wezenlijk belang dat de inspanningen om een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen, concrete voordelen opleveren voor personen die betrokken zijn bij geschillen met grensoverschrijdende aspecten. Daarom moet het Europese justitiële netwerk in burgerlijke en handelszaken er ook naar streven de toegang tot de rechter te bevorderen. Daartoe wordt door het netwerk, op basis van de gegevens die door de contactpunten worden verstrekt en geactualiseerd, geleidelijk een zowel voor het grote publiek als voor de specialisten toegankelijk informatiesysteem opgezet.
- (15)
Deze beschikking vormt geen belemmering voor het verstrekken van andere dan de hierin genoemde informatie binnen het Europese justitiële netwerk in burgerlijke en handelszaken of aan het publiek; de in titel III genoemde informatie moet dan ook niet als een volledige lijst worden beschouwd.
- (16)
De verwerking van informatie en gegevens dient te geschieden met inachtneming van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (5) en van Richtlijn 97/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de telecommunicatiesector (6).
- (17)
Om ervoor te zorgen dat het Europese justitiële netwerk in burgerlijke en handelszaken een doeltreffend instrument blijft, dat volgens de beste praktijken op het gebied van justitiële samenwerking en interne werking functioneert en dat aan de verwachtingen van het publiek beantwoordt, moet het systeem periodiek worden geëvalueerd, zodat eventueel noodzakelijke wijzigingen kunnen worden voorgesteld.
- (18)
Het Verenigd Koninkrijk en Ierland hebben overeenkomstig artikel 3 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland kennis gegeven van hun wens om deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze beschikking.
- (19)
Denemarken neemt, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de positie van Denemarken, niet deel aan de aanneming van deze beschikking, die derhalve niet bindend is voor noch van toepassing is in Denemarken,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: