Einde inhoudsopgave
Besluit inburgering 2021
Artikel 10.4 Bronnen en peildata gehanteerde gegevens voor de berekening van de uitkering
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
09-06-2023, Stb. 2023, 201 (uitgifte: 19-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-06-2023, Stb. 2023, 201 (uitgifte: 19-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Inburgering (V)
Voor de variabelen in de formules, bedoeld in de artikelen 10.1 en 10.2, geldt dat:
- a.
het aantal gezinsmigranten en overige migranten in de gemeente, bedoeld in artikel 10.1, tweede lid, onderdeel a, wordt bepaald aan de hand van gegevens van DUO met als peildatum voor de woongemeente ultimo jaar t-2;
- b.
het aantal gezinsmigranten en overige migranten in de gemeente, bedoeld in artikel 10.2, eerste lid, onderdeel a, wordt bepaald aan de hand van gegevens van DUO met als peildatum voor de woongemeente ultimo jaar t;
- c.
de landelijke huisvestingstaakstelling, bedoeld in artikel 10.1, vijfde lid, onderdeel c, bepaald wordt aan de hand van de op die jaren betrekking hebbende landelijke halfjaarlijkse huisvestingstaakstellingen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
- d.
de landelijke prognose aantal asielstatushouders, bedoeld in artikel 10.1, vijfde lid, onderdeel a, wordt afgeleid van het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaat voor het jaar t van onze Minister zoals bekend op de derde dinsdag van september voorafgaand aan het betreffende jaar.
- e.
de gemeentelijke prognose aantal asielstatushouders, bedoeld in artikel 10.1, vierde lid, onderdeel a, wordt vastgesteld op basis van de landelijke prognose aantal asielstatushouders, bedoeld in artikel 10.1, vijfde lid, onderdeel a, en wordt verdeeld onder gemeenten op basis van het aantal inwoners conform de formule, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014, met dien verstande dat voor de toepassing van deze formule in plaats van ‘vg’ moet worden gelezen ‘landelijke prognose aantal asielstatushouders’.
- f.
het landelijk voorlopig aantal asielstatushouders, bedoeld in artikel 10.1, vijfde lid, onderdeel c, en het voorlopig aantal asielstatushouders, bedoeld in artikel 10.1, vierde lid, onderdeel c, worden bepaald aan de hand van gegevens van DUO met als peildatum voor de woongemeente jaar t-2;
- g.
het landelijk aantal asielstatushouders, bedoeld in artikel 10.2, tweede lid, onderdeel a, en het aantal asielstatushouders, bedoeld in artikel 10.2, derde lid, onderdeel a, worden bepaald aan de hand van gegevens van DUO met als peildatum voor de woongemeente jaar t;
- h.
het aantal met een inburgeringsdiploma of inburgeringscertificaat afgeronde inburgeringstrajecten van asielstatushouders, bedoeld in de artikelen 10.1, vierde lid, onderdeel e, en 10.2, derde lid, onderdeel c, wordt bepaald aan de hand van cijfers van DUO over het gehele jaar t-2.