NJ 1923, p. 900
Beleediging. Burgerlijke rechtsvordering. Telastelegging bepaald feit. Smaad of smaadschrift. Onderzoek echtheid geschrift. Art. 183 Rv. Persoonlijke verschijning. Rechtsgevolg bij niet-verschijning. Rechtbank of R. C. ?
HR 25-05-1923, ECLI:NL:HR:1923:142
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 mei 1923
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Segers, Hesse, Kosters en Ort
- Zaaknummer
[25051923/NJ_1923,_p._900]
- Conclusie
Mr. Noyon
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS149872:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1923:142, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑05‑1923
- Wetingang
Essentie
Beleediging. Burgerlijke rechtsvordering. Telastelegging bepaald feit. Smaad of smaadschrift. Onderzoek echtheid geschrift. Art. 183 Rv. Persoonlijke verschijning. Rechtsgevolg bij niet-verschijning. Rechtbank of R. C. ?
Samenvatting
Met het woord „beleediging" in art. 1408 B. W. worden aangeduid dezelfde handelingen als in titel XVI van het W. v. Sr. worden strafbaar gesteld.
Het tegen verweerder geuit verwijt, dat hij het laatst door hem bewoonde appartement heeft betrokken om huur schuldig te blijven, bevat de telastelegging van een bepaald feit als in art. 261 Sr. bedoeld.
Het eerste lid van art. 261 Sr. doelt op smaad, op welke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.