Einde inhoudsopgave
Landsverordening toelating en uitzetting [Curaçao]
Artikel 14
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Bronpublicatie:
29-11-2010, Publicatieblad van Curaçao 2010, 5 (uitgifte: 23-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2010, Publicatieblad van Curaçao 2010, 5 (uitgifte: 23-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Verblijf
1.
De vergunning tot tijdelijk verblijf en tot verblijf kan door of namens de Minister van Justitie bij een met redenen omklede beslissing worden ingetrokken:
- a.
op grond van een onherroepelijk geworden veroordeling terzake van overtreding van artikel 24 of artikel 25 van deze landsverordening;
- b.
op grond van een onherroepelijk geworden veroordeling terzake van een misdrijf tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van drie maanden of langer;
- c.
met het oog op de goede zeden;
- d.
indien dit in het algemeen belang wenselijk is;
- e.
op grond van het verkeren in zodanige staat van behoeftigheid, dat betrokkene niet langer naar behoren in het onderhoud van zichzelf en zijn wettig gezin kan voorzien;
- f.
indien betrokkene niet voldoet aan één of meer van de aan zijn vergunning tot verblijf verbonden voorwaarden.
2.
De beslissing tot intrekking houdt tevens in de aanzegging Curaçao te verlaten binnen een daarbij te bepalen redelijke termijn binnen welke betrokkene orde op zaken zal kunnen stellen.