De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/21.3:21.3 Toekomstige dwangsomvordering
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/21.3
21.3 Toekomstige dwangsomvordering
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS377912:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De toekomstige dwangsomvordering moet, anders dan de bestaande dwangsomvordering een even onzelfstandig karakter worden toegedicht als de dwangsomveroordeling. De vraag of de toekomstige dwangsomvordering zal ontstaan, is immers direct afhankelijk van de vraag of de vordering die uit de hoofdveroordeling voortvloeit, wordt voldaan. De toekomstige dwangsomvordering kan desalniettemin in het rechtsverkeer tot op zekere hoogte een zelfstandige rol spelen. Om te bezien in hoeverre dit het geval is, bespreek ik hierna de mogelijkheid om de toekomstige dwangsomvordering te cederen, te verpanden of te beslaan, of kwijt te schelden.