Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
Artikel 4.23 Voorziening onderzoek
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
23-11-2022, Stb. 2022, 483 (uitgifte: 01-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2022, Stb. 2022, 483 (uitgifte: 01-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Bij ministeriële regeling worden bedragen vastgesteld, die uit het onderzoekdeel wo aan universiteiten worden toegekend in verband met toponderzoekscholen en bijzondere voorzieningen.
2.
De verdeling van het deel van het onderzoekdeel wo dat na toepassing van de artikelen 4.20 en 4.21 en het eerste lid resteert, wordt, onverminderd artikel 4.5, over de universiteiten, bedoeld in artikel 1.1, onder 1°, bij ministeriële regeling vastgesteld.
3.
Indien een universiteit naar het oordeel van Onze Minister onvoldoende rekening houdt met de prioriteit- en posterioriteitstelling van de wetenschapsgebieden die zijn aangeduid in het wetenschapsbudget, bedoeld in artikel 16a van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek, wordt daarover en over de mogelijke gevolgen voor de bekostiging van de desbetreffende universiteit overleg gevoerd als bedoeld in artikel 3.1 van de wet.
4.
Indien het overleg, bedoeld in het derde lid, daartoe aanleiding geeft, kan bij ministeriële regeling worden afgeweken van de verdeling, bedoeld in het tweede lid.
5.
Een herverdeling als bedoeld in het vierde lid kan per universiteit ten hoogste drie procent van de omvang van het bedrag strategische overwegingen voor die universiteit betreffen.