NJB 2022/1445
Schennis van de eerbaarheid, art. 239 Sr: deze strafbaarstelling richt zich onder meer tegen ongevraagde en ongewenste seksueel getinte confrontatie met het menselijk lichaam of delen daarvan, doordat een onder de gegeven omstandigheden voor het normaal ontwikkeld schaamtegevoel kwetsende handeling wordt verricht. Voor het aannemen van ‘schennis van de eerbaarheid’ is niet vereist dat het menselijk lichaam of delen ervan onbekleed waarneembaar zijn.
HR 07-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:695
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juni 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
20/02382
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:695, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:357, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑2022
- Wetingang
(art. 239 Sr)
Essentie
Schennis van de eerbaarheid, art. 239 Sr: deze strafbaarstelling richt zich onder meer tegen ongevraagde en ongewenste seksueel getinte confrontatie met het menselijk lichaam of delen daarvan, doordat een onder de gegeven omstandigheden voor het normaal ontwikkeld schaamtegevoel kwetsende handeling wordt verricht. Voor het aannemen van ‘schennis van de eerbaarheid’ is niet vereist dat het menselijk lichaam of delen ervan onbekleed waarneembaar zijn.
Uitspraak
Inleiding
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – ‘de eerbaarheid heeft geschonden op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten op of aan de openbare weg de Steenstraat, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.