Verdrag inzake een gedragscode voor lijnvaartconferences
Bijlage Model Reglement van Orde voor de verplichte internationale bemiddeling
Geldend
Geldend vanaf 06-10-1983
- Bronpublicatie:
06-04-1974, Trb. 1980, 165 (uitgifte: 21-10-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-10-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-1983, Trb. 1983, 100 (uitgifte: 01-01-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
bij het Verdrag inzake een gedragscode voor lijnvaartconferences
Regel 1
1
Een partij die ingevolge de Code een bemiddelingsprocedure aanhangig wenst te maken, richt schriftelijk een hiertoe strekkend verzoek, vergezeld van een uiteenzetting van eis, tot de andere partij, met een afschrift aan de Administrateur.
2
De eis dient:
- a.
elke partij bij het geschil nauwkeurig aan te geven en het adres van elk te vermelden;
- b.
een beknopte uiteenzetting in te houden van de desbetreffende feiten, de aangelegenheden waarop het geschil betrekking heeft en het voorstel van de eiser voor de regeling van het geschil;
- c.
te vermelden of een hoorzitting wordt verlangd en zo ja, en voor zover dan bekend, de naam en het adres van degenen die een getuigenverklaring zullen afleggen, met inbegrip van de verklaring van deskundigen, voor de eiser;
- d.
vergezeld te gaan van de ondersteunende documentatie en van de desbetreffende overeenkomsten en regelingen aangegaan door de partijen, die de eiser noodzakelijk kan achten op het tijdstip van indiening van de eis;
- e.
het verlangde aantal bemiddelaars aan te geven, een eventueel voorstel betreffende de benoeming van bemiddelaars, of de naam van de overeenkomstig artikel 32, tweede lid, door de eiser benoemde bemiddelaar; en
- f.
eventueel voorstellen te omvatten betreffende het reglement van orde.
3
De eis dient te zijn gedateerd en dient door de Partij te zijn ondertekend.
Regel 2
1
Indien de verweerder besluit op de eis te antwoorden, zendt hij binnen 30 dagen na de datum waarop hij de eis heeft ontvangen, een antwoord naar de andere partij, met een afschrift aan de Administrateur.
2
Het antwoord dient:
- a.
een beknopte uiteenzetting in te houden van de desbetreffende feiten die staan tegenover de beweringen in de eis, het eventueel voorstel van de verweerder voor de regeling van het geschil en een door hem geëiste maatregel met het oog op de regeling van het geschil;
- b.
te vermelden of een hoorzitting wordt verlangd en zo ja, en voor zover dan bekend, de naam en het adres van degenen die een getuigenverklaring zullen afleggen, met inbegrip van de verklaring van deskundigen, voor de verweerder;
- c.
vergezeld te gaan van de ondersteunende documentatie en van de desbetreffende overeenkomsten en regelingen aangegaan door de partijen die de verweerder noodzakelijk kan achten op het tijdstip van het antwoord;
- d.
het verlangde aantal bemiddelaars aan te geven, een eventueel voorstel betreffende de benoeming van bemiddelaars, of de naam van de overeenkomstig artikel 32, tweede lid, door de verweerder benoemde bemiddelaars; en
- e.
eventueel voorstellen te omvatten betreffende het reglement van orde.
3
Het antwoord dient te zijn gedateerd en dient door de partij te zijn ondertekend.
Regel 3
1
Een persoon of andere belanghebbende die ingevolge artikel 34 wenst deel te nemen aan de bemiddelingsprocedure dient een schriftelijk verzoek te zenden aan de partijen bij het geschil met een afschrift aan de Administrateur.
2
Indien deelneming overeenkomstig artikel 34, letter a, wordt verlangd, dienen in het verzoek de redenen daarvoor te zijn aangegeven, met inbegrip van de ingevolge Regel 1, paragraaf 2, letters a, b en d vereiste informatie.
3
Indien deelneming overeenkomstig artikel 34, letter b, wordt verlangd, dienen in het verzoek de redenen daarvoor te zijn aangegeven, alsmede welke van de oorspronkelijke partijen zou worden gesteund.
4
Een bezwaar tegen een verzoek tot voeging door zulk een partij wordt door de zich verzettende partij kenbaar gemaakt, met een afschrift aan de andere partij, binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek.
5
Ingeval twee of meer procedures worden gevoegd, worden latere verzoeken tot deelneming door derden toegezonden aan alle betrokken partijen, die elk bezwaar kunnen maken overeenkomstig deze Regel.
Regel 4
Bij overeenstemming tussen de partijen bij een geschil, kunnen de bemiddelaars, op verzoek van een der partijen, en na de partijen de gelegenheid te hebben geboden te worden gehoord, de voeging of scheiding bevelen van alle of enkele eisen die dan tussen dezelfde partijen hangende zijn.
Regel 5
1
Een partij kan een bemiddelaar wraken wanneer er omstandigheden bestaan die gerechtvaardigde twijfel aan zijn onafhankelijkheid wekken.
2
Een met redenen omklede kennisgeving van wraking dient te worden gedaan voor de datum van beëindiging van de procedure, voordat de bemiddelaars hun aanbeveling hebben gedaan. Een zodanige wraking wordt onverwijld gehoord en daarover wordt beslist met meerderheid van stemmen van de bemiddelaars in eerste aanleg, als een prejudicieel punt, in gevallen waarin meer dan een bemiddelaar is benoemd. De beslissing in zulke gevallen is definitief.
3
Een bemiddelaar die is overleden, afgetreden, handelingsonbekwaam is geworden of is gewraakt, wordt onverwijld vervangen.
4
Op deze wijze onderbroken procedures worden voortgezet vanaf het punt waar zij werden onderbroken tenzij door de partijen wordt overeengekomen of door de bemiddelaars wordt bevolen dat een herziening of hernieuwd horen van mondelinge getuigenverklaringen dient plaats te vinden.
Regel 6
De bemiddelaars beoordelen zelf hun eigen rechtsmacht en/of bevoegdheid binnen de bepalingen van de Code.
Regel 7
1
De bemiddelaars ontvangen en bestuderen alle schriftelijke uiteenzettingen, documenten, beëdigde verklaringen, publikaties of ander bewijsmateriaal, met inbegrip van mondelinge getuigenverklaringen, die door of namens een der partijen aan hen worden voorgelegd en kennen daaraan het gewicht toe dat zulk bewijsmateriaal naar hun oordeel toekomt.
2
a
Elke partij kan de bemiddelaars elk door haar van belang geacht materiaal voorleggen en op het tijdstip van zodanige voorlegging gewaarmerkte afschriften verstrekken aan enige andere partij bij de procedure, welke partij een redelijke gelegenheid dient te worden geboden om daarop te antwoorden.
b
De bemiddelaars zijn de enige beoordelaars van de relevantie en het inhoudelijk belang van het hun door de partijen voorgelegde bewijsmateriaal.
c
De bemiddelaars kunnen de partijen vragen het bijkomend bewijsmateriaal over te leggen dat zij nodig achten voor het inzicht en de beslissing in het geschil, mits, indien zulk bijkomend bewijsmateriaal wordt overgelegd, de andere partijen bij de procedure een redelijke gelegenheid hebben om commentaar daarop te leveren.
Regel 8
1
Wanneer in de Code of in deze Regels een in dagen uitgedrukte termijn voor het verrichten van enigerlei handeling is bepaald, wordt de dag met ingang waarvan de termijn aanvangt niet meegeteld en wordt de laatste dag van de termijn wel meegeteld, behalve wanneer die laatste dag een zaterdag, zondag of officiële feestdag op de plaats van bemiddeling is, in welk geval de laatste dag de volgende werkdag is.
2
Wanneer de bepaalde termijn minder dan zeven dagen is, worden binnen de termijn vallende zaterdagen, zondagen en officiële feestdagen van de berekening uitgesloten.
Regel 9
Behoudens de bepalingen betreffende procedurele termijnen in de Code, kunnen de bemiddelaars, op verzoek van een van de partijen of ingevolge overeenstemming tussen hen, een door de bemiddelaars bepaalde termijn verlengen.
Regel 10
1
De bemiddelaars stellen de agenda en, tenzij anderszins overeengekomen, de datum en het uur van elke zitting vast.
2
Tenzij de partijen anderszins overeenkomen, vindt de procedure plaats achter gesloten deuren.
3
De bemiddelaars vragen alle partijen uitdrukkelijk of deze nog ander bewijsmateriaal over te leggen hebben voordat zij de procedure gesloten verklaren en daarvan zal aantekening worden gemaakt.
Regel 11
1
De aanbevelingen van de bemiddelaars dienen schriftelijk te zijn en te omvatten:
- a.
de nauwkeurige aanduiding en het adres van elke partij;
- b.
een beschrijving van de werkwijze gevolgd voor de benoeming van de bemiddelaars en hun naam;
- c.
de data en plaats van de bemiddelingsprocedure;
- d.
een samenvatting van de bemiddelingsprocedure, zoals de bemiddelaars passend achten;
- e.
een beknopte uiteenzetting van de door de bemiddelaars geconstateerde feiten;
- f.
een samenvatting van de argumenten van de partijen;
- g.
uitspraken over de aangelegenheid waaromtrent geschil bestaat, te zamen met de motieven daarvoor;
- h.
de handtekeningen van de bemiddelaars en de datum van elke handtekening; en
- i.
een adres voor de toezending van de kennisgeving van aanvaarding of verwerping van de aanbeveling.
Regel 12
Voor zover mogelijk omvat de aanbeveling een uitspraak omtrent de kosten overeenkomstig de bepalingen van de Code. Indien de aanbeveling geen volledige uitspraak omtrent de kosten omvat, doen de bemiddelaars zo spoedig mogelijk na de aanbeveling, en in elk geval niet later dan 60 dagen daarna, een schriftelijke uitspraak betreffende de kosten zoals bepaald in de Code.
Regel 13
In de aanbevelingen van de bemiddelaars dient ook rekening te worden gehouden met voorgaande en soortgelijke gevallen wanneer zulks een meer eenvormige toepassing van de Code en de naleving van de aanbevelingen van de bemiddelaars zou vergemakkelijken.