AB 2020/374
Directe planschade; de mogelijkheden ingevolge de overgangsbepalingen bij een bestemmingsplan blijven buiten beschouwing bij een planvergelijking en een waardebepaling van een object; alleen bij de begroting van inkomensschade kan overgangsrecht een rol spelen; het vervallen van tijdelijk voordeel blijft redelijkerwijs voor rekening van aanvrager. Wijze van totstandkoming second opinion.
ABRvS 25-03-2020, ECLI:NL:RVS:2020:856, m.nt. G.M. van den Broek
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
25 maart 2020
- Magistraten
Mrs. B.J. van Ettekoven, F.C.M.A Michiels, C.C.W. Lange
- Zaaknummer
201904498/1/A2
- Noot
G.M. van den Broek
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS234669:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Tegemoetkoming in schade (planschade)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2020:856, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 25‑03‑2020
- Wetingang
Art. 6.1 Wro
Essentie
De mogelijkheden ingevolge de overgangsbepalingen van het oude regime worden niet betrokken bij het antwoord op de vraag of het nieuwe bestemmingsplan een planologische verslechtering betekent.
Samenvatting
De hoofdregel is dat het overgangsrecht bij het bepalen van de planschade buiten beschouwing wordt gelaten. Onder omstandigheden kan er reden zijn een uitzondering op deze hoofdregel te maken. Het college heeft, in navolging van het advies van ’t Regthuys van 30 augustus 2017, in het geval van appellant terecht geen aanleiding gezien voor het maken van een uitzondering. De verwijzing van appellant naar een zevental uitspraken, waaruit zou volgen dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.