Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2015/2365 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 10 Intrekking van een registratie
Geldend
Geldend vanaf 12-01-2016
- Bronpublicatie:
25-11-2015, PbEU 2015, L 337 (uitgifte: 23-12-2015, regelingnummer: 2015/2365)
- Inwerkingtreding
12-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2015, PbEU 2015, L 337 (uitgifte: 23-12-2015, regelingnummer: 2015/2365)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Onverminderd artikel 73 van Verordening (EU) nr. 648/2012 trekt de ESMA de registratie van een transactieregister in, indien het transactieregister:
- a)
uitdrukkelijk afziet van de registratie of de voorgaande zes maanden geen diensten heeft verricht;
- b)
de registratie heeft verkregen door valse verklaringen af te leggen of op een andere onregelmatige wijze;
- c)
niet meer voldoet aan de voorwaarden waaronder het is geregistreerd.
2.
De ESMA stelt de in artikel 6, lid 1, bedoelde relevante bevoegde autoriteit onverwijld in kennis van haar besluit tot intrekking van de registratie van een transactieregister.
3.
Indien de bevoegde autoriteit van een lidstaat waar het transactieregister zijn diensten en activiteiten verricht, van oordeel is dat een van de voorwaarden van lid 1 is vervuld, kan zij de ESMA verzoeken na te gaan of aan de voorwaarden voor intrekking van de registratie van het betrokken transactieregister is voldaan. Indien de ESMA besluit de registratie van het betrokken transactieregister niet in te trekken, motiveert zij dit besluit omstandig.
4.
De in lid 3 van dit artikel bedoelde bevoegde autoriteit is de autoriteit die uit hoofde van artikel 16, lid 1, onder a) en b), van deze verordening is aangewezen.