Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers
Einde inhoudsopgave
Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers:Artikel 58 Het recht op ouderdomspensioen
Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers
Artikel 58 Het recht op ouderdomspensioen
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-07-2022
- Bronpublicatie:
23-06-2021, Stb. 2021, 328 (uitgifte: 09-07-2021, kamerstukken: 35548)
- Inwerkingtreding
01-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2022, Stb. 2022, 262 (uitgifte: 28-06-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Sociale zekerheid ouderen / Pensioen
Een persoon die kamerlid is of kamerlid is geweest, heeft met overeenkomstige toepassing van hoofdstuk 4 en de artikelen 39c tot en met 40c recht op ouderdomspensioen, met dien verstande dat:
- 1.
voor ‘dienstjaar’ gelezen wordt ‘kamerlidjaar’; en
- 2.
voor ‘hoofdstuk 3’gelezen wordt ‘hoofdstuk 10’.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.