Rb. Midden-Nederland, 21-05-2014, nr. 847939 UC EXPL 13-199 PK/4082
ECLI:NL:RBMNE:2014:1875
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
21-05-2014
- Zaaknummer
847939 UC EXPL 13-199 PK/4082
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBMNE:2014:1875, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland (Kamer voor kantonzaken Utrecht), 21‑05‑2014
Uitspraak 21‑05‑2014
Inhoudsindicatie
Financial lease. Tussentijdse beëindiging leaseovereenkomst vanwege faillissement. De lessor neemt de leaseobjecten terug en verkoopt deze. De curator maakt aanspraak op verrekening (het verschil tussen de opbrengst en de nog verschuldigde leasetermijnen), primair omdat de leaseovereenkomst als huurkoop moet worden aangemerkt, subsidiair omdat sprake is van partiële ontbinding, en meer subsidiair op grond van artikel 6:248 lid 2 BW. De kantonrechter merkt de leaseovereenkomst aan als huurkoop, m.n. omdat deze de strekking had eigendomsoverdracht te bewerkstelligen en omdat het economisch risico tijdens de overeenkomst niet bij de lessor maar bij de lessee heeft gelegen. De vordering wordt toegewezen.
Partij(en)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 847939 UC EXPL 13-199 PK/4082
Vonnis van 21 mei 2014
inzake
mr. J.M. Sprangers q.q.,
wonende te Meppel,
verder ook te noemen de curator,
eisende partij,
gemachtigde: mr. H.G. Pomper,
tegen:
de naamloze vennootschap
ABN Amro Lease N.V.,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen ABN,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. D.J. Bos.
1. Het verloop van de procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
de dagvaarding, met producties, van 27 december 2012;
- -
de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid;
- -
de conclusie van antwoord in het incident;
- -
het vonnis in het incident van 14 augustus 2013, waarbij de incidentele vordering is afgewezen;
- -
de conclusie van antwoord;
- -
de conclusie van repliek;
- -
de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is uitspraak bepaald.
2. De feiten
2.1.
Milza exploiteerde een transportbedrijf. Zij is op 27 juni 2012 door de rechtbank Assen in staat van faillissement verklaard, met aanstelling van de curator als curator.
2.2.
Tussen (de rechtsvoorgangster van) Milza en Amstel Lease, de rechtsvoorgangster van ABN, is op 3 januari 2008 een "Raamovereenkomst Financiële Lease" gesloten. Deze overeenkomst vermeldt onder meer:
"Artikel 3 Duur overeenkomst, Aankoop objecten
Partijen gaan de onderhavige Raamovereenkomst beide tot wederopzegging met elkaar aan, met de bedoeling vervolgens door middel van Leasecertificaten, Lease-overeenkomsten af te sluiten.
a. Alle rechten en verplichtingen, voortvloeiende uit ieder samenstel van Raamovereenkomst en daaronder bekrachtigde Leasecertificaten: de Lease-overeenkomsten, blijven steeds van kracht voor de (resterende) looptijd van die Lease-overeenkomsten.
b. Indien de Cliënt een bepaald object van Amstel Lease wil leasen, zal de Cliënt Amstel Lease schriftelijk verzoeken dit voor de Cliënt aan te kopen, conform zodanige specificatie dat het object voldoende duidelijk is bepaald voor Amstel Lease, c.q. de leverancier(-s).
c. Amstel Lease zal de Cliënt een voorlopige leaseprijs offreren.
d. Amstel Lease zal hierna het object aankopen van de, in overleg met Amstel Lease door de Cliënt te kiezen, leverancier, op basis van door Amstel Lease en Cliënt met die leverancier overeen te komen prijzen, (garantie-)voorwaarden en leveringstijden. De koopovereenkomst(-en) zullen op naam van Amstel Lease worden gesteld; de (algemene) voorwaarden dienen in overeenstemming te zijn met de voorwaarden als bedoeld in artikel 2b hierboven. Amstel Lease is juridisch eigenaar van het object.
e. Indien één der partijen de Raamovereenkomst wenst te beëindigen, zal deze de andere partij daar schriftelijk van op de hoogte stellen. Ten aanzien van objecten, welke reeds door Amstel Lease werden aangekocht, maar met betrekking waartoe nog geen Lease-certificaat tussen partijen werd (opgesteld en) bekrachtigd, verplicht de Cliënt zich, deze objecten onmiddellijk van Amstel Lease te kopen, voor een prijs gelijk aan de door Amstel Lease betaalde aankoopprijs, vermeerderd met de rentevergoeding ter grootte van 1% over de aankoopprijs, inclusief BTW, per maand, tot het tijdstip van betaling door de Cliënt. Amstel Lease zal in een zodanig geval tot generlei vrijwaringsplicht jegens de Cliënt gehouden zijn".
2.3.
Op grond van deze Raamovereenkomst zijn partijen het betrekking tot een aantal vrachtwagens diverse nadere overeenkomsten aangegaan. Een overeenkomst van 26 november 2007 vermeldt onder meer:
"Onder verwijzing naar de tussen u en ons gesloten lease-overeenkomst nummer 30288057 bevestigen wij u hierbij de definitieve overeenkomst-gegevens. Alle hieronder genoemde bedragen zijn exclusief BTW.
1 Overeenkomst nummer: 383825
2 Object: 1 bakwagen
3 Investeringsbedrag: EUR 76.800,00
4 Ingangsdatum: 27 november 2007
5 Leaseperiode/termijn: 60 maanden van EUR 1.509,00
6 Vervaldag leasetermijnen: De leasetermijnen zijn vanaf de ingangsdatum per maand bij vooruit betaling verschuldigd.
7 Koopoptie: EUR 100,00 na afloop van de vaste leaseperiode.
De totale door u te betalen koopprijs is gelijk aan het bedrag van de leasetermijn vermenigvuldigd met het aantal door u te betalen leasetermijnen, plus het bedrag van de koopoptie.
Het object
De specificatie van het object luidt als volgt:
1 Truckchassis (…).
(…)
Deze brief vormt een integraal onderdeel van de hierboven genoemde met u gesloten lease-overeenkomst. Voor het overige blijven de bepalingen van de lease-overeenkomst onveranderd van kracht".
2.4.
De andere overeenkomsten bevatten voor zover van belang gelijkluidende bepalingen.
2.5.
Voorts zijn op deze overeenkomsten de "Algemene Voorwaarden Financiële Lease" van Amstel Lease van toepassing. Deze algemene voorwaarden luiden onder meer:
"Artikel 1 Lease-overeenkomst; Object; eigendom
- 1.
Amstel Lease (… ) en de Cliënt hebben een Lease-overeenkomst gesloten op grond waarvan Amstel Lease aan de Cliënt het in de Lease-overeenkomst gespecificeerde Object (…) in gebruik ter beschikking stelt gelijk de Cliënt het Object in gebruik neemt voor de overeengekomen periode en tegen de overeengekomen periodieke betalingen.
- 2.
Zowel het Object als de desbetreffende leverancier van het Object zijn door de Cliënt zelf gekozen. Amstel Lease zal de koopprijs van het Object aan de leverancier voldoen. Na eigendomsoverdracht van het Object door de leverancier aan Amstel Lease, zal Amstel Lease het Object aan de Cliënt in gebruik geven. Amstel Lease blijft eigenares van het Object. De Cliënt houdt het Object voor Amstel Lease onder zich. Aan de Cliënt komen even wel alle fiscale rechten met betrekking tot het Object toe. Amstel Lease zal zich onthouden van elke aanspraak op de fiscale rechten. Gedurende de looptijd van de Lease-overeenkomst is het risico voor het Object voor rekening van de Cliënt.
- 3.
(…).
Artikel 2 Aflevering en installatie
- 1.
Alle kosten welke samenhangen met het transport, de aflevering en installatie van het Object bij de Cliënt, zijn voor rekening en risico van de Cliënt. Indien bij aflevering vertraging ontstaat, kan de Cliënt daaraan geen aanspraak tegenover Amstel Lease ontlenen.
- 2.
(…).
(…)
Artikel 7 Verzekering, verlies en schade
- 1.
De Cliënt zal zelf op zijn kosten alle verzekerbare risico's met betrekking tot het Object verzekeren. De Cliënt houdt deze risico's gedurende de gehele looptijd van de Lease-overeenkomst gedekt door middel van een verzekering, af te sluiten op condities en bij verzekeraars ten genoegen van Amstel Lease. (…)
- 2.
Bij verlies van het Object, danwel een zodanig beschadiging dat het Object naar het oordeel van de door de assuradeuren benoemde expert niet herstelbaar is, zal de Lease-overeenkomst eindigen. Alsdan zal Cliënt aan Amstel Lease verschuldigd zijn alle resterende leasetermijnen die de Cliënt aan Amstel Lease verschuldigd zou zijn bij normale expiratie van de Lease-overeenkomst, alsook het bedrag van de koopoptie. Amstel Lease zal echter op het totaal door de Cliënt verschuldigde bedrag in mindering brengen het door de assuradeuren aan Amstel Lease uit te keren bedrag, één en ander na aftrek van eventueel door Amstel Lease gemaakte kosten. (…)
- 3.
(…).
- 4.
Amstel Lease aanvaardt, tenzij enige schade onomstotelijk in haar risicosfeer ligt, geen enkele aansprakelijkheid, voor welke schade en/of kosten ook, aan de zijde van de Cliënt, tengevolge van enig defect en/of schade aan het Object en/of derden. Cliënt vrijwaart Amstel Lease voor alle aanspraken van derden (…).
- 5.
(...).
Artikel 10 Afstand van ontbinding
De Cliënt doet uitdrukkelijk afstand van zijn recht om ontbinding van de Lease-overeenkomst te vorderen, tenzij de door Amstel Lease met de leverancier gesloten koopovereenkomst terzake van het Object (…) door Amstel Lease is ontbonden (…).
Artikel 11 Teruglevering bij het einde van de Lease-overeenkomst; koopoptie
- 1.
Aan het einde van de looptijd van de Lease-overeenkomst zal de Cliënt op zijn kosten het Object onverwijld, in goede staat -normale slijtage daargelaten- afleveren op een door Amstel Lease aan te geven adres. Onverminderd de overige bepalingen van de Lease-overeenkomst, blijft de Cliënt de leasetermijnen tenminste verschuldigd tot en met de dag van teruglevering.
- 2.
De Cliënt is gerechtigd, op voorwaarde dat hij al zijn verplichtingen uit de Lease-overeenkomst is nagekomen, om na afloop van de looptijd van de Lease-overeenkomst de eigendom van het Object te verwerven tegen betaling van de tussen Amstel Lease en de Cliënt overeengekomen koopoptieprijs. De Cliënt wordt geacht van dit kooprecht gebruik te maken, tenzij de Cliënt uiterlijk 2 maanden vóór afloop van de looptijd van de Lease-overeenkomst door middel van een aangetekend schrijven aan Amstel Lease heeft medegedeeld van zijn kooprecht af te zien. De Cliënt is het bedrag van de koopoptie verschuldigd op de expiratiedatum van de Lease-overeenkomst.
Artikel 12 Vervroegde opeisbaarheid
1. In de navolgende gevallen zal Amstel Lease het recht hebben de Lease-overeenkomst terstond, zonder rechterlijke tussenkomst, te beëindigen onverminderd haar recht juiste nakoming van de Cliënt te vorderen:
(…)
e. Indien de Cliënt enigerlei regeling met crediteuren treft (…) of faillissement wordt aangevraagd;
(…).
Artikel 14 Tussentijdse beëindiging
Indien op enig moment gedurende de looptijd van de Lease-overeenkomst tussen de Cliënt en Amstel Lease overleg plaatsvindt over tussentijdse beëindiging of wijziging van de Lease-overeenkomst, zal daarbij als uitgangspunt gelden de verplichting van de Cliënt om aan Amstel Lease de leasetermijnen van het resterende gedeelte van de leaseperiode te voldoen".
2.6.
Bij brief van 2 juli 2012 heeft Amstel Lease de overeenkomst "gelet op het faillissement" met onmiddellijke ingang beëindigd en aanspraak gemaakt op afgifte van de vrachtwagens en betaling (verificatie) van de nog niet betaalde/resterende leasetermijnen. Partijen zijn vervolgens overeengekomen dat de curator de vrachtwagens zal afgeven, waarna deze door Amstel Lease zouden worden getaxeerd en verkocht, waarna partijen nader in overleg zouden treden over eventuele verdeling van de overwaarde. Op 8 oktober 2012 heeft Amstel Lease aangegeven dat de verkoopopbrengst € 105.000,-- exclusief btw bedroeg, en de verkoopkosten € 4.700,--.
2.7.
Op 29 oktober 2012 heeft Amstel Lease de curator meegedeeld dat op grond van de leaseovereenkomsten aan achterstallige termijnen, resterende termijnen en incassokosten een bedrag openstond van € 46.509,05.
2.8.
Partijen hebben geen nadere overeenstemming over de afwikkeling van de leaseovereenkomsten kunnen bereiken.
3. De vordering, de grondslag daarvan en het verweer
3.1.
De curator vordert veroordeling van ABN tot betaling van een bedrag van € 60.335,38, te vermeerderen met de wettelijke rente "vanaf het (door de rechtbank vast te stellen) moment" dat Amstel Lease de koopsom voor de vrachtwagens van de koper heeft verkregen, althans vanaf de datum van de dagvaarding, 27 december 2012, met veroordeling van ABN in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover en met de nakosten.
3.2.
De curator legt kort gezegd aan zijn vordering ten grondslag dat ABN de overwaarde van de vrachtwagens aan hem dient te vergoeden.
3.3.
Primair voert de curator aan dat de leaseovereenkomsten zijn aan te merken als overeenkomsten van huurkoop, althans dat deze op grond van (de strekkingsbepaling van) artikel 7A:1576h lid 2 BW daaraan gelijk zijn te stellen. De kern van de overeenkomst is immers dat Milza uiteindelijk tegen betaling de eigendom verkrijgt (koop), maar dat de eigendom pas overgaat nadat zij aan haar verplichtingen uit de overeenkomst heeft voldaan. De strekking van de overeenkomst is daarmee hetzelfde als die van huurkoop.
3.4.
Op grond van artikel 38a Fw is de beëindiging van de overeenkomst te beschouwen als een ontbinding van de overeenkomst wegens het niet nakomen door de koper van zijn verplichtingen. Op grond van artikel 7A:1576t BW dient daarom volledige verrekening plaats te vinden.
Indien de overeenkomsten zouden zijn nagekomen zou ABN slechts een bedrag van € 39.964,62 exclusief btw aan leasetermijnen en koopopties hebben ontvangen. Thans heeft ABN echter een bedrag van € 105.000,-- minus € 4.700,-- (verkoopkosten) = € 100.300,-- ontvangen. Zij is dus bevoordeeld voor een bedrag van € 100.300,-- minus € 39.464,62 = € 60.335,38. Dit bedrag dient zij aan de boedel af te dragen.
3.5.
Subsidiair legt de curator aan zijn vordering ten grondslag dat de beëindiging van de overeenkomsten door ABN is te kwalificeren als partiële ontbinding van deze overeenkomsten. Dit brengt mee dat op grond van artikel 6:270 BW de verplichtingen van partijen over weer evenredig worden verminderd.
3.6.
Meer subsidiair stelt de curator dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn indien ABN de overeenkomst zou mogen beëindigen zonder de overwaarde van de vrachtwagens uit te keren. Voor een dergelijke buitengewoon groot voordeel bestaat immers geen objectieve rechtvaardiging. ABN heeft dan immers zowel geprofiteerd van de reeds betaalde leasetermijnen als van de volledige opbrengst van de vrachtwagens. De gezamenlijke crediteuren van Milza worden aldus op onaanvaardbare wijze in hun belangen geschaad.
3.7.
De curator maakt aanspraak op wettelijke rente vanaf de ontvangst van de koopsom door ABN. Reeds bij het maken van afspraken over afgifte heeft hij immers reeds aanspraak gemaakt op de overwaarde.
3.8.
ABN voert verweer. Voor zover nodig zal de kantonrechter daarop in het navolgende ingaan.
4. De beoordeling
4.1.
In haar conclusie van antwoord (pag. 3 tot en met 35) heeft ABN letterlijk herhaald hetgeen zij als onderbouwing van haar incidentele vordering tot onbevoegdverklaring heeft aangevoerd.
4.2.
Ter aanvulling daarop (cva punt 10.1 e.v.) heeft ABN nogmaals (uitgebreide) rechtstheoretische beschouwingen naar voren gebracht met betrekking tot de implicaties die volgens haar voor deze zaak volgen uit het Sogelease-arrest (HR 19 mei 1995, NJ 1996, 119).
4.3.
De curator is bij repliek ingegaan op de beschouwingen van ABN, en heeft bij zijn standpunt volhard.
ABN heeft bij dupliek bij haar standpunt volhard, op punten onder aanvoering van aanvullende argumenten.
4.4.
De kantonrechter overweegt het volgende.
Zoals in het vonnis in het incident reeds (voorlopig) is geoordeeld, zijn de leaseovereenkomsten naar het oordeel van de kantonrechter aan te merken als overeenkomsten van huurkoop, en wel op grond van de volgende omstandigheden en overwegingen.
- a.
Artikel 7:1576h lid 1 BW bepaalt dat huurkoop de koop en verkoop op afbetaling is, waarbij partijen overeenkomen dat de verkochte zaak niet door enkele aflevering in eigendom overgaat, maar pas door vervulling van wat de koper uit hoofde van de koopovereenkomst verschuldigd is. In lid 2 van dit artikel is bepaald dat alle overeenkomsten welke dezelfde strekking hebben, hetzij als huur en verhuur, hetzij om onder andere vorm of andere benaming aangegaan als huurkoop worden aangemerkt. Deze dwingendrechtelijke bepaling is blijkens de wetsgeschiedenis opgenomen om de huurkoper te beschermen. Deze bescherming is niet beperkt tot consumentenovereenkomsten.
- b.
In de algemene voorwaarden is weliswaar niet bepaald dat de eigendom na afloop van de laatste leasetermijnen automatisch op Milza overgaat, maar partijen hebben klaarblijkelijk een dergelijke eigendomsovergang wel op het oog gehad. Op grond van artikel 11 lid 2 van de algemene voorwaarden wordt Milza immers geacht van haar kooprecht gebruik te maken, tenzij zij uiterlijk 2 maanden vóór afloop van de looptijd van de overeenkomst aan Amstel Lease heeft meegedeeld van dat kooprecht af te zien. Een aanwijzing hiervoor vormt verder de bepaling in artikel 7 lid 2 Algemene Voorwaarden dat bij verlies van het object niet alleen alle resterende leasetermijnen aan Amstel Lease verschuldigd zijn, maar ook het bedrag van de koopoptie.
- c.
Niet is gesteld of gebleken dat partijen over de tekst van de algemene voorwaarden en de overeenkomsten hebben onderhandeld.
- d.
Voorts is van belang dat de koopoptie van € 100,--, afgezet tegen de nieuwprijs van de vrachtwagens (€ 76.800,--, € 77.500,--, € 62.500,--, € 76.800,--, € 53.500,--, € 21.053,--, € 77.800,--, € 62.500,-- en € 250.000,--) dermate gering is, dat geen redelijk handelende partij van het uitoefenen van de koopoptie zal afzien (de "urgerende" koopoptie, vgl. Mr. I.S.J. Houben, De civielrechtelijke kwalificatie van een financial leaseovereenkomst met koopoptie, MvV 2009, p. 112).
- e.
De lease-overeenkomst duidt het totaal van de leasetermijnen en de koopoptie tezamen aan als: "koopprijs".
- f.
Amstel Lease blijft eigenares van de wagens en stelt deze wagens ter beschikking van Milza, maar de fiscale rechten met betrekking tot de vrachtwagens komen toe aan Milza, niet aan Amstel Lease (Algemene Voorwaarden artikel 1 lid 2).
- g.
De kosten die samenhangen met het transport, aflevering en installatie van de vrachtwagens bij Milza, zijn voor rekening en risico van Milza (Algemene Voorwaarden artikel 2 lid 1).
- h.
Milza dient op eigen kosten alle verzekerbare risico's met betrekking tot de vrachtwagens te verzekeren (Algemene Voorwaarden artikel 7, lid 1).
- i.
Bij verlies of zodanig beschadiging van de vrachtwagens dat deze niet herstelbaar is, eindigt de leaseovereenkomst. Milza is in dat geval alle resterende leasetermijnen alsmede het bedrag van de koopoptie aan Amstel Lease verschuldigd (Algemene Voorwaarden artikel 7 lid 2).
- j.
Amstel Lease aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan de zijde van Milza in verband met (het gebruik van) een vrachtwagen, tenzij de schade onomstotelijk in de risicosfeer van Amstel Lease ligt (Algemene Voorwaarden artikel 7 lid 4).
- k.
Bij tussentijdse beëindiging in onderling overleg is uitgangspunt dat Milza de resterende leasetermijnen aan Amstel Lease voldoet (Algemene Voorwaarden artikel 14).
- l.
Voldoende aannemelijk is dat de leasetermijnen niet alleen een vergoeding omvatten voor het enkele gebruik, maar ook voor de uiteindelijke eigendomsverkrijging. ABN heeft niet gesteld dat de leasetermijnen slechts zien op een vergoeding voor het gebruik. Een duidelijke aanwijzing is verder dat op grond van de hiervoor in 2.3 genoemde overeenkomst Amstel Lease in verband met de aanschaf van een vrachtwagen van € 76.800, een bedrag van Milza ontvangt van € 1.509,-- x 60 maandtermijnen = € 90.045,-- dus een bedrag dat ruim hoger is dan de koopprijs. In de andere leaseovereenkomsten zijn deze verhoudingen vergelijkbaar.
- m.
Volgens ABN (cvd punt 2.7) loopt zij het positieve en negatieve risico omtrent het waardeverloop van het object, terwijl deze risico's bij een huurkoopovereenkomst niet op de huurverkoper maar op de huurkoper rusten. Dit betoog is naar het oordeel van de kantonrechter slechts puur theoretisch juist. Het is niet aannemelijk, en ABN heeft dit ook niet toegelicht, dat ook in het geval Milza geen gebruik zou maken van de koopoptie de vrachtwagen een negatieve waarde zou vertegenwoordigen. De leaseovereenkomsten zijn steeds aangegaan voor de duur van 60 maanden. Het valt niet in te zien onder welke omstandigheden een nieuw gekochte vrachtwagen na 5 jaar gebruik niet nog een substantiële restwaarde zou kunnen hebben. Dit is overigens in dit geval ook bewaarheid geworden.
- n.
Verder stelt ABN (cvd punt 3.16) dat zij ook gedurende de looptijd van de leaseovereenkomst juist wél het risico van waardevermindering draagt, met name bij tussentijdse beëindiging. Ook dit betoog gaat niet op, 1) omdat artikel 7 lid 2 Algemene Voorwaarden bepaalt dat bij verlies van het object alle resterende leasetermijnen aan Amstellease verschuldigd zijn, en 2) omdat artikel 14 van de Algemene Voorwaarden bepaalt dat bij tussentijdse beëindiging steeds als uitgangspunt geldt de verplichting van Milza om aan Amstel Lease de leasetermijnen van het resterende gedeelte van de leaseperiode te voldoen.
4.5.
Uit het voorgaande volgt dat de overeenkomsten de strekking hadden om (uiteindelijk) eigendomsoverdracht te bewerkstelligen en voorts dat gedurende de hele looptijd van de leaseovereenkomsten het economisch risico (praktisch) geheel bij Milza heeft gelegen.
4.6.
ABN stelt verder onder meer dat bij huurkoop sprake is van een vorm van zekerheidseigendom en dat de Hoge Raad in het Sogelease-arrest juist oordeelde dat de desbetreffende leaseovereenkomst niet als zekerheidseigendom moet worden aangemerkt. Het kan daarom niet anders zijn dan dat de desbetreffende leaseovereenkomst, en dus ook de in deze zaak aan de orde zijnde overeenkomsten, niet als huurkoop kunnen worden aangemerkt.
4.7.
De kantonrechter blijft bij zijn oordeel dat deze redenering ABN niet kan baten: de door ABN gewenste conclusies zijn niet uit dat arrest te trekken.
Ten eerste lag in dat arrest niet de vraag voor of een financial leaseovereenkomst al dan niet als een overeenkomst van huurkoop moest worden aangemerkt.
Ten tweede heeft de Hoge Raad in het Sogelease-arrest geoordeeld dat in het daar berechte geval geen sprake was van zekerheidseigendom. Dat brengt echter niet mee dat leaseovereenkomsten met een koopoptie zoals in deze zaak aan de orde niet als huurkoop kunnen worden aangemerkt. Anders dan in het Sogelease-arrest is aan de leaseovereenkomsten immers geen eigendomsoverdracht door de a.s. lessee (Milza) aan de a.s. lessor (Amstel Lease) voorafgegaan, terwijl in die zaak de Hoge Raad slechts had te beoordelen of die eigendomsoverdracht in strijd was met het bepaalde in artikel 3:83 lid 3 BW. Hieraan doet in onvoldoende mate af dat een huurkoopovereenkomst een zekerheidselement bevat.
4.8.
Voor het overige acht de kantonrechter zich niet gehouden op de uitgebreide rechtstheoretische beschouwingen van ABN, die deels overeenkomen met hetgeen reeds in de incidentele conclusie is aangevoerd, nader in te gaan. Het gaat immers om de uitleg van dit samenstel van overeenkomsten aan de hand van de door partijen gestelde feiten en omstandigheden.
4.9.
Op grond van het voorgaande legt uiteindelijk geen gewicht in de schaal dat de leaseovereenkomst (strikt genomen) niet de strekking van een onvoorwaardelijke eigendomsoverdracht inhoudt. Evenmin heeft deze overeenkomst de strekking van een eigendomsvoorbehoud.
4.10.
Nu de leaseovereenkomsten als huurkoop zijn aan te merken, heeft de curator op de voet van artikel 7A:1576t BW recht op volledige verrekening.
Met betrekking tot het eventueel aan de curator verschuldigde bedrag heeft ABN gesteld (cva punt 11.9) dat de curator ten onrechte een aan ABN toekomend bedrag aan incassokosten van € 5.919,69 buiten beschouwing heeft gelaten, zodat de vordering van de curator maximaal kan bedragen € 100.300,-- minus € 39.464,62 minus € 5.919,69 = € 54.915,69.
De curator is op deze berekening niet ingegaan, zodat laatstgenoemd bedrag zal worden toegewezen.
4.11.
De curator heeft gevorderd wettelijke rente toe te wijzen vanaf het "door de rechtbank vast te stellen" moment dat ABN de koopsom van de koper heeft verkregen. Bij dagvaarding (punt 11) stelt de curator dat is afgesproken dat de opbrengst op een derdenrekening gesepareerd zou worden in afwachting van ofwel een minnelijke regeling ofwel een rechterlijke uitspraak. Nu een minnelijke regeling niet tot stand is gekomen dient de datum waarop ABN in verzuim komt te verkeren gesteld te worden op de datum van dit vonnis. De kantonrechter zal de wettelijke rente daarom toewijzen vanaf heden.
4.12.
ABN heeft verzocht een eventuele veroordeling niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Gelet op de stand van de boedel is volgens haar sprake van een reëel restitutierisico. Nu dit laatste inderdaad aannemelijk is zal de kantonrechter de veroordeling niet uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
4.13.
ABN zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, welke als volgt worden begroot:
- -
dagvaarding € 76,17
- -
KvK € 7,50
- -
vastrecht € 448,
- -
salaris gemachtigde € 1.200,-- (2 x tarief € 600,--)
totaal € 1.731,67.
Met betrekking tot de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten wordt als na te melden beslist.
5. De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt ABN om aan de curator tegen bewijs van kwijting te betalen € 54.915,69 met de wettelijke rente daarover vanaf heden tot de voldoening;
veroordeelt ABN tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de curator, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 1.731,67, waarin begrepen € 1.200, aan salaris gemachtigde, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt ABN, onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door de curator volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 100, aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de voldoening;
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de voldoening;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Krepel, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 21 mei 2014.