JWWB 2021/291
Verzwegen onroerend goed in Turkije en contant geldbedrag van € 36.940,-. Dit bij een doorzoeking van de woning aangetroffen geldbedrag moet op de dag van de doorzoeking tot het vermogen van appellanten worden gerekend en niet voor die datum. Bewijslast gemeente.
CRvB 29-10-2021, ECLI:NL:CRVB:2021:2710
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
29 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. O.L.H.W.I. Korte, P.W. van Straalen, M. ter Brugge
- Zaaknummer
19/21 PW
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid bijstand / Algemene bijstand
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2021:2710, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 29‑10‑2021
- Wetingang
Artikelen 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM); 17, eerste lid, 34, tweede lid, aanhef en onder b, 36, eerste lid, 54, derde lid, eerste volzin, 58, tweede lid, aanhef en onder f, sub 1, van de Participatiewet
Essentie
Verzwegen onroerend goed in Turkije en contant geldbedrag van € 36.940,-. Dit bij een doorzoeking van de woning aangetroffen geldbedrag moet op de dag van de doorzoeking tot het vermogen van appellanten worden gerekend en niet voor die datum. Bewijslast gemeente.
Samenvatting
Het verzwegen onroerend goed in Turkije heeft een geschatte taxatiewaarde van € 7.200. Dit betekent dat het vermogen bij aanvang van de bijstand niet aan bijstandverlening in de weg stond. Het bij een doorzoeking van de woning aangetroffen geldbedrag moet op de dag van de doorzoeking tot het vermogen van appellanten worden gerekend. Het college heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.