Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit accijns
Artikel 31e
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
21-12-2016, Stb. 2016, 549 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2016, Stb. 2016, 549 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
1.
Teruggaaf van accijns als bedoeld in artikel 71h, eerste lid, van de wet, wordt slechts verleend indien de motorbrandstof wordt gebruikt voor het aandrijven van motorrijtuigen.
2.
Teruggaaf van accijns als bedoeld in het eerste lid wordt verleend voor motorbrandstof waarvan uit de bedrijfsadministratie van de inboeker, bedoeld in artikel 9.7.1.1 van de Wet milieubeheer, blijkt dat zij geheel of gedeeltelijk bestaat uit:
- a.
biobrandstof als bedoeld in artikel 2, onderdeel i, van de Richtlijn hernieuwbare energie en voldoet aan de eisen die zijn gesteld in artikel 9.7.4.2 van de Wet milieubeheer; of
- b.
hernieuwbare brandstof als bedoeld in artikel 9.7.1.1 van de Wet milieubeheer en voldoet aan de eisen die zijn gesteld in artikel 9.7.4.4 van de Wet milieubeheer.
3.
Een teruggaaf van accijns op grond van de artikelen 71 of 71a van de wet voor motorbrandstof die geheel of gedeeltelijk bestaat uit biobrandstof of hernieuwbare brandstof als bedoeld in artikel 71h, eerste lid, onderdelen a respectievelijk b, van de wet wordt verminderd met een eerdere teruggaaf van accijns op grond van artikel 71h van de wet.