Einde inhoudsopgave
Postbesluit 2009
Artikel 18
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
04-12-2017, Stb. 2017, 502 (uitgifte: 22-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2017, Stb. 2017, 502 (uitgifte: 22-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Mededingingsrecht / Algemeen
1.
In de mededeling, bedoeld in artikel 15, derde lid, van de wet, wordt opgenomen dat belangstellende postvervoerbedrijven een aanvraag om te worden aangewezen als verlener van de universele postdienst binnen drie maanden na de datum van de mededeling moeten hebben ingediend.
2.
Bij de aanvraag overlegt een postvervoerbedrijf:
- a.
een plan voor de uitvoering van de universele postdienst, voor zover die blijkens de mededeling, bedoeld in artikel 15, derde lid, van de wet, wordt ingetrokken;
- b.
een bij de beoogde uitvoering behorend financieel plan, waaruit blijkt hoe de kosten worden gedekt.
3.
Onze Minister neemt bij zijn besluit tot aanwijzing in elk geval in aanmerking de geboden kwaliteit en duurzaamheid van de dienstverlening en aannemelijkheid van de verwachte opbrengsten of kosten ervan.
4.
In de mededeling, bedoeld in artikel 15, derde lid, van de wet, worden zo nodig over te leggen onderdelen voor de gegevens, genoemd in het tweede lid, opgenomen.
5.
Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de aanwijzing van een postvervoerbedrijf dat is belast met de universele postdienst of een gedeelte hiervan.
6.
Van het besluit tot aanwijzing en de voorwaarden die daarbij gelden wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.