Einde inhoudsopgave
Besluit Onderlinge overlegprocedures
10.2 Belasting- en invorderingsrente
Geldend
Geldend vanaf 23-06-2020. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 11-06-2020
- Bronpublicatie:
11-06-2020, Stcrt. 2020, 32689 (uitgifte: 22-06-2020, regelingnummer: 2020-0000101607)
- Inwerkingtreding
23-06-2020, terugwerkend tot: 11-06-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-06-2020, Stcrt. 2020, 32689 (uitgifte: 22-06-2020, regelingnummer: 2020-0000101607)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
Europees belastingrecht / Algemeen
Naast de daadwerkelijke aanpassing of correctie die in de overleg- of arbitrageprocedure wordt besproken, kunnen ook afwijkingen in de nationale regelingen inzake de belasting- en invorderingsrente van de betrokken staten leiden tot een onevenredige toename van de rentelast gedurende de onderlinge overlegprocedure. Daarom is de Minister van Financiën in artikel 30k AWR en artikel 31a IW de mogelijkheid geboden in het kader van de onderlinge overlegprocedure af te wijken van de nationale regeling belasting- en invorderingsrente.
De betrokken belanghebbende kan bij de indiening van het verzoek om een overlegprocedure een onderbouwd en gekwantificeerd verzoek doen om matiging van de in rekening gebrachte belasting- of invorderingsrente. De Nederlandse bevoegde autoriteit zal in gevallen waarin Nederland belasting- en invorderingsrente in rekening heeft gebracht in verband met de kwestie die onderwerp is van de onderlinge overlegprocedure en er geen sprake is van verwijtbaar handelen door de belanghebbende bereid zijn om deze rente op basis van de beginselen van redelijkheid en billijkheid te matigen. In de berekening van de matiging zal daarom in beginsel aangesloten worden bij het in de andere staat gehanteerde rentepercentage bij een daadwerkelijke teruggaaf. Indien de uitkomst van de onderlinge overlegprocedure tot een belastingteruggaaf in het buitenland leidt die door specifieke omstandigheden, zoals een lager belastingtarief, substantieel lager is dan de Nederlandse belastingaanslag zal het verlaagde rentepercentage slechts worden toegepast over het bedrag van de feitelijke buitenlandse belastingteruggaaf.
Het is denkbaar dat de kwantificering van het belang pas mogelijk is op het moment dat de uitkomst van een overlegprocedure bekend is. In dit geval dient het verzoek te worden aangevuld binnen drie weken nadat er een oplossing voor de dubbele belasting aan de belanghebbende wordt voorgelegd.