Einde inhoudsopgave
Wet financiële markten BES
Artikel 1:7 (bevoegdheid inlichtingen te vorderen)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
01-12-2011, Stb. 2011, 612 (uitgifte: 20-12-2011, kamerstukken: 32784)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 240 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
De toezichtautoriteit is bevoegd van een ieder inlichtingen te vorderen, voor zover dat redelijkerwijs nodig is voor:
- a.
de vervulling van een haar in deze wet opgedragen taak;
- b.
de uitvoering van verdragen, bindende besluiten van volkenrechtelijke organisaties of met buitenlandse toezichthoudende instanties gesloten overeenkomsten tot uitwisseling van gegevens of inlichtingen.
2.
Een ieder is verplicht aan de toezichtautoriteit binnen de door haar gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die zij redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van haar bevoegdheden.
3.
Zij die uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift verplicht zijn tot geheimhouding, kunnen het verlenen van medewerking weigeren, voor zover dit uit hun geheimhoudingsplicht voortvloeit.