Einde inhoudsopgave
Algemeen militair ambtenarenreglement
Artikel 54d Tijdelijke verlenging van de arbeidsduur
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2012
- Bronpublicatie:
02-11-2012, Stb. 2012, 596 (uitgifte: 30-11-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-11-2012, Stb. 2012, 596 (uitgifte: 30-11-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De militair kan bij de commandant eenmaal per kalenderjaar een aanvraag indienen om zijn arbeidsduur gedurende het resterende deel van dat kalenderjaar met 2 uren per week te verlengen wanneer:
- a.
de militair is aangesteld bij het beroepspersoneel; en
- b.
de militair een functie vervult in fase twee of fase drie; en
- c.
het rooster van de militair in het resterende deel van dat kalenderjaar zal zijn gebaseerd op een arbeidsduur van gemiddeld 38 uur per week.
Voor de militair die in verband met deeltijdverlof een arbeidsduur heeft van gemiddeld minder dan 38 uur per week wordt de ingevolge de vorige volzin geldende aanspraak vastgesteld op een evenredig deel van de aanspraak bij een arbeidsduur van gemiddeld 38 uur per week.
2.
De commandant wijst een aanvraag als bedoeld in het eerste lid toe, tenzij het dienstbelang zich daartegen verzet. In ieder geval wordt de aanvraag afgewezen indien de tijdelijke verlenging van de arbeidsduur geen effect heeft op de formatie, onder door Onze Minister bij ministeriële regeling nader vast te stellen voorwaarden.
3.
Een toegestane verlenging van de arbeidsduur gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op de maand waarin de verlenging is toegestaan.
4.
Een toegestane verlenging van de arbeidsduur wordt jaarlijks stilzwijgend voortgezet tenzij:
- a.
de militair een aanvraag indient om de tijdelijke verlenging van de arbeidsduur te beëindigen; of
- b.
de militair een aanvraag indient als bedoeld in artikel 54e, eerste lid; of
- c.
de commandant de verlenging van de arbeidsduur beëindigt omdat hij van oordeel is dat het dienstbelang zich tegen een voortgezette verlenging daarvan verzet.
5.
Indien de militair een andere functie wordt toegewezen vervalt met ingang van de datum waarop hij de nieuwe functie gaat vervullen de verlenging van de arbeidsduur. In dat geval kan de militair bij zijn nieuwe commandant een aanvraag als bedoeld in het eerste lid indienen.
6.
Voor het deel dat de arbeidsduur wordt verlengd ontvangt de militair een maandelijkse toeslag. Deze toeslag bedraagt acht maal 1/165 deel van het voor de betrokken militair geldende maandsalaris, of een evenredig deel daarvan voor de militair die in verband met deeltijdverlof een arbeidsduur heeft van gemiddeld minder dan 38 uur per week.