Einde inhoudsopgave
Regeling specificaties en typegoedkeuring boordcomputer taxi
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2015
- Bronpublicatie:
20-03-2015, Stcrt. 2015, 9656 (uitgifte: 09-04-2015, regelingnummer: IENM/BSK-2015/35270)
- Inwerkingtreding
01-04-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-03-2015, Stcrt. 2015, 9656 (uitgifte: 09-04-2015, regelingnummer: IENM/BSK-2015/35270)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
1.
In niet-geactiveerde toestand registreert de boordcomputer, uitgezonderd de gegevens, bedoeld in het tweede lid, geen gegevens en kan de boordcomputer uitsluitend de functies voor activering danwel deactivering uitvoeren.
2.
De boordcomputer registreert de volgende identificatiegegevens van de boordcomputer voor de levensduur van de boordcomputer:
- a.
de naam van de fabrikant;
- b.
het serienummer van de boordcomputer;
- c.
het versienummer en de datum van installatie van de programmatuur;
- d.
het versienummer en de datum van installatie van programmatuurrevisies;
- e.
het bouwjaar, en
- f.
het goedkeuringsnummer.
3.
De activering van de boordcomputer vindt plaats in de activerings- en keuringsmodus.
4.
Wanneer de boordcomputer zich in de niet-geactiveerde toestand bevindt wordt de activeringsfunctie van de boordcomputer automatisch opgestart bij de eerste invoer van een keuringskaart.
5.
Bij de activering van de boordcomputer worden de volgende gegevens tot het moment van deactivering geregistreerd:
- a.
het kenteken van de auto;
- b.
de kilometerstand van de auto bij activering;
- c.
de datum en het tijdstip van de activering;
- d.
het nummer van de keuringskaart;
- e.
de constante van de boordcomputer in impulsen per kilometer;
- f.
de effectieve omtrek van de wielbanden in millimeters;
- g.
de bandenmaat van de auto;
- h.
de aanwezigheid van een koppeling met de taxameter, en
- i.
resultaat van het activeringsonderzoek en eventuele opmerkingen.
6.
De boordcomputer stelt de gebruiker tijdens de activering in staat de impulsen te tellen om te komen tot de constante van de boordcomputer.
7.
Na activering is de boordcomputer volledig operationeel en kan deze, uitgezonderd activering zelf, alle functies uitvoeren.