Einde inhoudsopgave
Gedragsregels advocatuur 2018
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 14-02-2018
- Bronpublicatie:
14-02-2018, Internet 2018, www.advocatenorde.nl (uitgifte: 14-02-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-02-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-02-2018, Internet 2018, www.advocatenorde.nl (uitgifte: 14-02-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Advocaat
Het is de advocaat toegestaan de cliënt een voorschot op de declaratie te vragen, mits dat in geld is. Uit de tuchtrechtspraak blijkt dat onder andere het aanvaarden van auto's (RvD Arnhem 19 augustus 2013, ECLI:NL:TADRARN:2013:55) of volbloedpaarden (HvD 15 mei 2009, ECLI:NL:TAHVD:2009:YA0535) zonder overleg met de deken niet is toegestaan. Een hypotheek van de cliënt (of een derde) ten gunste van de advocaat (RvD Amsterdam 2 december 2014, ECLI:NL TADRAMS:2014:320) dan wel een cessie van vorderingen van de cliënt op derden (HvD 14 april 2015, ECLI:NL:TAHVD:2015:134) zijn zonder overleg met de deken evenmin toegestaan als vormen van zekerheid voor de betaling van de declaratie.
De regel van het derde lid laat de mogelijkheid open van verrekening wanneer de cliënt daartegen geen bezwaar heeft. Uit de contractuele relatie met de cliënt vloeit voort dat de advocaat bij hem moet verifiëren of hij geen bezwaar heeft tegen verrekening. Deze regel ziet in algemene zin op verrekening van aan de cliënt toekomende gelden en sluit als zodanig aan bij de bepaling van artikel 6.19, vierde lid, van de Verordening op de advocatuur. Verrekening van een openstaande factuur met op de derdenrekening ontvangen gelden is slechts mogelijk indien de cliënt daarvoor zijn uitdrukkelijke toestemming heeft gegeven (vergelijk artikel 6.19, vijfde lid, van de Verordening op de advocatuur).