Regeling rente bijzondere rekeningen gerechtsdeurwaarders
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
09-07-2001, Stcrt. 2001, 132 (uitgifte: 12-07-2001, regelingnummer: 5107251/801)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-07-2001, Stcrt. 2001, 132 (uitgifte: 12-07-2001, regelingnummer: 5107251/801)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Gerechtsdeurwaarder
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
1.
Indien het aandeel van de rechthebbende op de bijzondere rekening of rekeningen bij aanvang van iedere eerste dag van twee opeenvolgende maanden hoger is dan € 500, wordt de rente per maand berekend over de helft van de som van het aandeel bij aanvang van genoemde dagen.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid, wordt bij de vaststelling van de hoogte van het aandeel niet betrokken het aandeel van de rechthebbende in ontvangen bedragen, voor zover dat aandeel aan de rechthebbende is uitgekeerd binnen vijf dagen nadat het bedrag op de bijzondere rekening of rekeningen is ontvangen.
3.
Voor de toepassing van het eerste lid, wordt de rente die gedurende enige maand over het aandeel van de rechthebbende is gekweekt, geacht aan dat aandeel te zijn toegevoegd op de tweede dag van de dag van de daarop volgende maand.
4.
Het eerste lid is niet van toepassing op het aandeel van de rechthebbende in ontvangen bedragen groter dan € 10.000, dat niet aan de rechthebbende is uitgekeerd binnen vijf dagen nadat het bedrag op de bijzondere rekening of rekeningen is ontvangen. In dat geval wordt de rente berekend over de periode waarin het aandeel van de rechthebbende blijkens de valuta-data op de bijzondere rekening of rekeningen heeft gestaan.
5.
Onverminderd het vierde lid behoeft over de voorafgaande maand geen rente te worden berekend, indien het aandeel van de rechthebbende op de bijzondere rekening of rekeningen bij aanvang van de eerste dag van de maand lager is dan of gelijk is aan € 500.