Einde inhoudsopgave
Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Artikel 13ab
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Redactionele toelichting
Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 01-01-2024.
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 499 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36418)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 499 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36418)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
1.
Bij het bepalen van de winst worden in aanmerking genomen de voordelen uit hoofde van een gecontroleerd lichaam naar tijdsgelang en naar rato van het belang dat de belastingplichtige in dat gecontroleerde lichaam heeft. De voordelen uit hoofde van een gecontroleerd lichaam zijn de in een jaar door dat lichaam genoten besmette voordelen, zijnde:
- a.
rente of andere voordelen uit financiële activa;
- b.
royalty’s of andere voordelen uit immateriële activa;
- c.
dividenden en voordelen uit de vervreemding van aandelen;
- d.
voordelen uit financiëleleasingactiviteiten;
- e.
voordelen uit verzekeringsactiviteiten, bankactiviteiten of andere financiële activiteiten; of
- f.
voordelen uit weinig of geen economische waarde toevoegende factureringsactiviteiten bestaande uit verkoopvoordelen of dienstenvoordelen behaald met goederen of diensten, gekocht van of verkocht aan de belastingplichtige of een aan hem gelieerd lichaam of gelieerde natuurlijk persoon;
verminderd met de met die voordelen verband houdende kosten.
2.
Het eerste lid vindt slechts toepassing voor zover het saldo van de in een jaar door een gecontroleerd lichaam genoten besmette voordelen positief is en voor zover dat saldo voor het einde van dat jaar niet is uitgekeerd door dat lichaam.
3.
Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder een gecontroleerd lichaam verstaan: een lichaam waarin de belastingplichtige al dan niet tezamen met een aan hem gelieerd lichaam of gelieerde natuurlijk persoon een belang heeft:
- a.
van meer dan 50% van de aandelen in het nominaal gestorte kapitaal;
- b.
dat meer dan 50% van de statutaire stemrechten vertegenwoordigt; of
- c.
dat recht geeft op meer dan 50% van de winst;
mits dat lichaam in een bij ministeriële regeling aangewezen staat is gevestigd volgens de fiscale of andere regelgeving van die staat, waarbij die aangewezen staat:
- d.
op 1 oktober van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin het jaar, bedoeld in het eerste lid, aanvangt lichamen niet of naar een tarief van minder dan 9% onderwerpt aan een belasting naar de winst; of
- e.
is opgenomen in een in het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin het jaar, bedoeld in het eerste lid, aanvangt geldende EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden;
tenzij dat lichaam volgens de fiscale regelgeving van een andere staat dan een aangewezen staat aldaar als inwoner is onderworpen aan een belasting naar de winst.
4.
In afwijking van het derde lid is geen sprake van een gecontroleerd lichaam:
- a.
indien de door het gecontroleerde lichaam genoten voordelen doorgaans hoofdzakelijk bestaan uit andere voordelen dan besmette voordelen; of
- b.
indien het gecontroleerde lichaam een financiële onderneming is als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van Richtlijn 2016/1164/EU van de Raad van 12 juli 2016 tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken welke rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt (PbEU 2016, L 234/26) en de door dat lichaam genoten besmette voordelen doorgaans hoofdzakelijk afkomstig zijn van anderen dan de belastingplichtige of een aan hem gelieerd lichaam of gelieerde natuurlijk persoon.
5.
Het eerste lid is niet van toepassing indien het gecontroleerde lichaam een wezenlijke economische activiteit uitoefent.
6.
Indien bij de belastingplichtige voordelen uit hoofde van een gecontroleerd lichaam in aanmerking worden genomen wordt ter verrekening van de op die voordelen drukkende winstbelasting of van de op die voordelen drukkende kwalificerende binnenlandse bijheffing, bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, van de Wet minimumbelasting 2024, de verschuldigde vennootschapsbelasting verminderd volgens artikel 23e.
7.
Voor zover het saldo van de door een gecontroleerd lichaam in een jaar genoten besmette voordelen negatief is en op grond van het tweede lid niet in aanmerking wordt genomen, wordt het positieve saldo van de besmette voordelen van dat lichaam van de zes volgende jaren vermeerderd met dat negatieve saldo, doch niet verder dan tot nihil. Het vermeerderen met negatieve saldi vindt plaats in de volgorde waarin deze zijn ontstaan en de positieve saldi zijn ontstaan.
8.
Voor de toepassing van dit artikel wordt als een aan de belastingplichtige gelieerd lichaam of gelieerde natuurlijk persoon aangemerkt:
- a.
een lichaam waarin de belastingplichtige een belang heeft;
- b.
een lichaam dat of een natuurlijk persoon die een belang heeft in de belastingplichtige.
9
Indien een natuurlijk persoon of een lichaam een belang heeft in de belastingplichtige en in een of meer andere lichamen wordt voor de toepassing van dit artikel ieder van die lichamen aangemerkt als een aan de belastingplichtige gelieerd lichaam.
10.
Onder een belang als bedoeld in het achtste en negende lid wordt verstaan een belang dat:
- a.
ten minste 25% bedraagt van de aandelen in het nominaal gestorte kapitaal van het lichaam;
- b.
ten minste 25% vertegenwoordigt van de statutaire stemrechten in het lichaam; of
- c.
recht geeft op ten minste 25% van de winst van het lichaam.
11.
Indien aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden wordt voldaan, wordt voor de toepassing van het vijfde lid een gecontroleerd lichaam geacht een wezenlijke economische activiteit uit te oefenen, tenzij de inspecteur aannemelijk maakt dat slechts aan die voorwaarden wordt voldaan met als hoofddoel of een van de hoofddoelen om in aanmerking te komen voor de uitzondering op de voet van het vijfde lid. Indien niet aan de voorwaarden, bedoeld in de eerste zin, wordt voldaan, dient de belastingplichtige aannemelijk te maken dat een gecontroleerd lichaam een wezenlijke economische activiteit uitoefent.