Besluit vaststelling van de vergoeding voor opiumverloven BES
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Landsbesluit houdende algemene maatregelen van de 23ste april 1964 ter uitvoering van artikel 6 lid 2 en 7 lid 1, tweede alinea van de Opiumlandsverordening 1960 (P.B. 960, no. 65); vaststelling van de vergoeding voor opiumverloven, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 366). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
14-09-2010, Stb. 2010, 657 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Terzake van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 6 lid 2 en 7 lid 1 tweede alinea van de Opiumwet 1960 Bonaire, Sint Eustatius en Saba worden de navolgende regelen vastgesteld:
- I.
De verschuldigde vergoeding voor een verlof voor het vervaardigen van verdovende middelen waaronder begrepen de handelingen, bedoeld onder II en III, bedraagt voor elk kalenderjaar of gedeelte daarvan USD 56,–.
- II.
De verschuldigde vergoeding voor een verlof voor het bereiden, bewerken en verwerken van verdovende middelen, waaronder begrepen de handelingen, bedoeld onder III, bedraagt voor elk kalenderjaar of gedeelte daarvan USD 6,–.
- III.
De verschuldigde vergoeding voor een verlof voor het invoeren, uitvoeren, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, bezitten en aanwezig hebben van verdovende middelen bedraagt voor elk kalenderjaar of gedeelte daarvan USD 4,–.