Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 6:1:6 [Last tot aanhouding]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
22-02-2017, Stb. 2017, 82 (uitgifte: 09-03-2017, kamerstukken: 34086)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
1.
Een door Onze Minister gegeven last tot tenuitvoerlegging die strekt tot aanhouding van een verdachte of veroordeelde bevat:
- a.
een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de aan te houden persoon;
- b.
een opgave van de beslissing of het bevel waarop de aanhouding steunt;
- c.
een vermelding van de plaats waarheen de aangehouden persoon moet worden overgebracht, of van de rechter of ambtenaar voor wie hij moet worden geleid.
2.
Degene die overeenkomstig de last een persoon heeft aangehouden, geleidt de aangehouden persoon onverwijld naar de plaats of voor de rechter of ambtenaar, in de last vermeld.
3.
Onze Minister wordt door degene die de aanhouding heeft verricht onverwijld in kennis gesteld van de aanhouding. Indien de aangehouden persoon beweert niet de persoon te zijn tegen wie het bevel is gericht, zorgt Onze Minister voor eenduidige vaststelling van de identiteit van de persoon.
4.
De aan te houden persoon kan buiten het rechtsgebied van een rechtbank worden aangehouden. De artikelen 539n en 539o zijn van overeenkomstige toepassing.