NJ 1922, p. 273
Valsche opgave doen opnemen in authentieke akte. Bewijskracht der akte.
HR 19-12-1921, ECLI:NL:HR:1921:147
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 december 1921
- Magistraten
Voorzitter: Mr. A. J. L. Nijpels. Raden: Mrs. H. M. A. Savelberg, Dr. L. E. Visser, B. Ort, B. M. Taverne.
- Zaaknummer
[192119/NJ_1922,_p._273]
- Conclusie
Mr. Ledeboer
- JCDI
JCDI:ADS99720:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1921:147, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑12‑1921
- Wetingang
(Sr art. 227; BW art. 1907.)
Essentie
Valsche opgave doen opnemen in authentieke akte. Bewijskracht der akte.
Samenvatting
Art. 227 Sr. stelt alleen strafbaar valschheid in die opgaven, welke met de bewijskracht der akte rechtstreeks samenhangen. De vraag of de akte van de waarheid van een bepaald feit moet doen blijken, zal dus telkens moeten worden beantwoord in verband met. het onderwerp der authentieke akte, waarin de opgave voorkomt. Een notarieele akte van koop en verkoop dient om te bewijzen en bewijst inderdaad krachtens art. 1907 B. W., niet alleen, dat partijen zekere verklaringen hieromtrent voor de notaris hebben afgelegd, maar evenzeer dat partijen omtrent de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.