NJB 2016/1192
Bepalingen van Habitatrichtlijn die het algemene natuurbeschermingsbelang beogen te beschermen, dienen niet mede ter bescherming van de belangen van particulieren. Tegenwerping relativiteitsvereiste aan appellant is niet in strijd met het Unierecht. Geen aanleiding tot het stellen van prejudiciële vragen
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
18 mei 2016
- Magistraten
Mrs. Hoekstra, Pans, Schueler
- Zaaknummer
201500290/1/R2
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Algemeen
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:1296, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 18‑05‑2016
- Wetingang
(art. 6 Habitatrichtlijn; art. 8:69a Awb)
Essentie
Bepalingen van Habitatrichtlijn die het algemene natuurbeschermingsbelang beogen te beschermen, dienen niet mede ter bescherming van de belangen van particulieren. Tegenwerping relativiteitsvereiste aan appellant is niet in strijd met het Unierecht. Geen aanleiding tot het stellen van prejudiciële vragen
Partij(en)
Uitspraak onderscheidenlijk tussenuitspraak met toepassing van art. 8:51d van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het geding tussen: 1. [appellant sub 1], wonend te Maartensdijk, gemeente De Bilt, 2. [appellante sub 2], gevestigd te Groenekan, gemeente De Bilt, waarvan de vennoten zijn [vennoot A] en [vennoot B], beiden wonend te Groenekan, gemeente De Bilt, en ...