Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 6.25
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-12-2010, Stb. 2010, 845 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken: 32189)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Met inachtneming van bij ministeriële regeling te stellen regels, is een ondernemer verplicht:
- a.
aantekening te houden van de door hem en aan hem verrichte leveringen van goederen en verleende diensten, van de invoer van goederen in en de uitvoer van goederen uit het openbaar lichaam waarin hij woont of is gevestigd, alsmede van andere gegevens die van belang zijn met betrekking tot de heffing van de belasting;
- b.
dagelijks aantekening te houden van de uitgaven en ontvangsten ter zake van de aan hem en door hem verrichte leveringen van goederen en verleende diensten;
- c.
zijn boekhouding met betrekking tot zijn omzet op zodanige duidelijke en overzichtelijke wijze te voeren en met vermelding van zodanige bijzonderheden dat aan de hand daarvan kan worden vastgesteld of de belastingheffing op de juiste wijze plaatsvindt en de over een bepaald belastingtijdvak door hem verschuldigde belasting kan worden vastgesteld;
- d.
in zijn administratie kopieën te bewaren van de door hemzelf dan wel, in zijn naam en voor zijn rekening, door zijn afnemer of een derde uitgereikte facturen, en alle door hemzelf ontvangen facturen.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen, onder daarbij te stellen voorwaarden en beperkingen, nadere regels worden gesteld in hoeverre ondernemers die geen prestaties verrichten als bedoeld in artikel 6.2, alsmede ondernemers die uitsluitend vrijgestelde prestaties verrichten, of ondernemers die zowel vrijgestelde als belaste prestaties verrichten, zijn ontheven van verplichtingen ingevolge dit hoofdstuk.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen, onder daarbij te stellen voorwaarden en beperkingen, nadere regels worden gesteld in welke gevallen lichamen als bedoeld in de artikelen 6.8 en 6.12, alsmede ondernemers aan wie de levering of de dienst wordt verricht als bedoeld in artikel 6.12, tweede lid, gehouden zijn te voldoen aan de in het eerste lid genoemde verplichtingen.