RCR 2019/56
Opzegging duurovereenkomst. Vormt het scheppen van de mogelijkheid tot precarioheffing een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging van een duurovereenkomst?
HR 29-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:446
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 maart 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/05810
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS68140:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:446, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:66, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 25‑01‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑12‑2017
- Wetingang
Essentie
Opzegging duurovereenkomst. Voldoende zwaarwegende grond.
Vormt het scheppen van de mogelijkheid tot precarioheffing een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging van een duurovereenkomst?
Samenvatting
De gemeente heeft in 1923 en 1976 overeenkomsten voor onbepaalde tijd gesloten met rechtsvoorgangers van Liander c.s. ten behoeve van de levering van elektriciteit en gas binnen de gemeente. In 2014 zegt de gemeente de overeenkomsten op, omdat zij de mogelijkheid wil creëren om precariobelasting te heffen, terwijl de overeenkomsten contractuele gedoogplichten bevatten die aan heffing van precariobelasting in de weg staan. Liander c.s. vorderen in deze procedure veroordeling van de gemeente tot gestanddoening van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.