NJ 1928, p. 1348
HR, 04-05-1928
HR 04-05-1928, ECLI:NL:HR:1928:190
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 mei 1928
- Magistraten
Mrs. Bosch, Segers, Kosters, Schepel, van Gelein Vitringa.
- Zaaknummer
[04051928/NJ_1928,_p._1348]
- Conclusie
Mr. Van Lier
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS123107:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1928:190, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑05‑1928
- Wetingang
(BW art. 1482-1492; Rv art. 422.)
Samenvatting
De Rechtbank was, na verwijzing, gehouden de opvatting van den Hoogen Raad omtrent het gedaan beroep op bekrachtiging der overeenkomst te aanvaarden en niet bevoegd daaromtrent een andere opvatting te huldigen.
Terecht heeft de Rechtb. zich dan ook verplicht geacht na verwijzing zulk een afwijkende opvatting ter zijde te stellen. (Verkoop voor inplaats van na de meerderjarigheid. Red.).
Partij(en)
De N. V. Tuinbouw-Maatschappij „Gelderland", gevestigd te Neede, eischeres tot cassatie van een vonnis der Arr.-Rechtbank te Zutphen van 20 Juli 1927 tusschen partijen gewezen, advocaat Mr. J. van Kuyk,
tegen:
J. F. Kempkes, kweeker, wonende te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.