Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2017/1371 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt
Artikel 2 Definities en toepassingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 17-08-2017
- Bronpublicatie:
05-07-2017, PbEU 2017, L 198 (uitgifte: 28-07-2017, regelingnummer: 2017/1371)
- Inwerkingtreding
17-08-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-07-2017, PbEU 2017, L 198 (uitgifte: 28-07-2017, regelingnummer: 2017/1371)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
- a)
‘financiële belangen van de Unie’: alle ontvangsten, uitgaven en activa die worden gedekt door, zijn verworven in het kader van, of zijn verschuldigd aan:
- i)
de begroting van de Unie;
- ii)
de begrotingen van de instellingen, organen en instanties van de Unie die op grond van de Verdragen zijn opgericht, en de begrotingen die zij direct dan wel indirect beheren en controleren;
- b)
‘rechtspersoon’: een entiteit met rechtspersoonlijkheid krachtens het toepasselijke recht, met uitzondering van staten of overheidsinstanties bij de uitoefening van hun openbare macht en van publiekrechtelijke internationale organisaties.
2.
Wat betreft ontvangsten uit eigen middelen uit de btw, is deze richtlijn uitsluitend van toepassing in gevallen van ernstige inbreuken op het gemeenschappelijk btw-stelsel. Voor de toepassing van deze richtlijn worden inbreuken op het gemeenschappelijk btw-stelsel als ernstig beschouwd indien het in artikel 3, lid 2, onder d), beschreven opzettelijke handelen of nalaten betrekking heeft op het grondgebied van twee of meer lidstaten van de Unie en er een totale schade van ten minste 10 000 000 EUR mee is gemoeid.
3.
Deze richtlijn laat de inrichting en de werking van de belastingadministratie van de lidstaten onverlet.