Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2015/2302 betreffende pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en van Richtlijn 2011/83/EU, en tot intrekking van Richtlijn 90/314/EEG
Artikel 13 Verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de pakketreis
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2015
- Bronpublicatie:
25-11-2015, PbEU 2015, L 326 (uitgifte: 11-12-2015, regelingnummer: 2015/2302)
- Inwerkingtreding
31-12-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2015, PbEU 2015, L 326 (uitgifte: 11-12-2015, regelingnummer: 2015/2302)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat de organisator aansprakelijk is voor de uitvoering van de reisdiensten waarop de pakketreisovereenkomst betrekking heeft, ongeacht of deze diensten door de organisator of door andere dienstverleners worden verricht.
De lidstaten kunnen in hun nationaal recht bepalingen handhaven of invoeren op grond waarvan ook de doorverkoper voor de uitvoering van de pakketreis verantwoordelijk is. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 en van hoofdstuk III, dit hoofdstuk en hoofdstuk V die op de organisator van toepassing zijn, ook van overeenkomstige toepassing op de doorverkoper.
2.
De reiziger stelt de organisator onverwijld, rekening houdend met de omstandigheden van het geval, in kennis van een eventuele non-conformiteit die hij tijdens de uitvoering van een in de pakketreisovereenkomst opgenomen reisdienst heeft geconstateerd.
3.
Indien een of meer reisdiensten niet conform de pakketreisovereenkomst worden uitgevoerd, zorgt de organisator dat de non-conformiteit wordt verholpen, tenzij dat:
- a)
onmogelijk is; of
- b)
onevenredig hoge kosten met zich brengt, rekening houdend met de mate van non-conformiteit en de waarde van de desbetreffende reisdiensten.
Indien de organisator de non-conformiteit niet overeenkomstig de eerste alinea, onder a) of b), van dit lid, verhelpt, is artikel 14 van toepassing.
4.
Onverminderd de uitzonderingen in lid 3, heeft de reiziger, indien de organisator de non-conformiteit niet binnen een door de reiziger bepaalde redelijke termijn verhelpt, de mogelijkheid dit zelf te doen en om terugbetaling van de nodige uitgaven te verzoeken. Het is niet nodig dat de reiziger een termijn bepaalt indien de organisator weigert de non-conformiteit te verhelpen, of indien deze onmiddellijk moet worden verholpen.
5.
Indien een aanzienlijk deel van de diensten, daaronder begrepen de terugkeer van de reiziger naar de plaats van vertrek, niet kan worden verricht zoals overeengekomen in de pakketreisovereenkomst, biedt de organisator, zonder bijkomende kosten voor de reiziger, met het oog op de voortzetting van de pakketreis geschikte alternatieve arrangementen aan van, indien mogelijk, gelijkwaardige of hogere kwaliteit dan die welke in de overeenkomst is bepaald.
Indien de voorgestelde alternatieve arrangementen leiden tot een pakketreis van lagere kwaliteit dan in de pakketreisovereenkomst is bepaald, verleent de organisator de reiziger een passende prijsverlaging.
De reiziger kan de voorgestelde alternatieve arrangementen slechts afwijzen indien zij niet vergelijkbaar zijn met hetgeen in de pakketreisovereenkomst is afgesproken, of indien de toegekende prijsverlaging ontoereikend is.
6.
Indien de non-conformiteit aanzienlijke gevolgen heeft voor de uitvoering van de pakketreis en de organisator deze niet binnen een door de reiziger bepaalde redelijke termijn heeft verholpen, kan de reiziger de pakketreisovereenkomst zonder betaling van een beëindigingsvergoeding beëindigen en, in voorkomend geval, om conform artikel 14 een prijsverlaging en een schadevergoeding verzoeken.
Indien er geen alternatieve arrangementen kunnen worden aangeboden of de reiziger deze overeenkomstig lid 5, derde alinea, van dit artikel verwerpt, heeft de reiziger, in voorkomend geval, conform artikel 14 recht op prijsverlaging of schadevergoeding ook zonder beëindiging van de pakketreisovereenkomst.
Indien de pakketreis personenvervoer omvat, voorziet de organisator in de in de eerste en tweede alinea bedoelde gevallen ook in repatriëring van de reiziger met gelijkwaardig vervoer, onverwijld en zonder bijkomende kosten voor de reiziger.
7.
Indien er, als gevolg van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden, niet kan worden gezorgd voor de terugkeer van de reiziger zoals afgesproken in de pakketreisovereenkomst, zijn de kosten van de nodige accommodatie, indien mogelijk van een gelijkwaardige categorie, voor ten hoogste drie overnachtingen per reiziger, voor rekening van de organisator. Indien de toepasselijke Uniewetgeving inzake passagiersrechten voor het desbetreffende vervoersmiddel voor de terugkeer van de reiziger in langere termijnen voorziet, zijn deze van toepassing.
8.
De in lid 7 van dit artikel beschreven beperking van de kosten is niet van toepassing op personen met beperkte mobiliteit in de zin van artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2006, noch op personen die hen begeleiden, zwangere vrouwen en alleenreizende minderjarigen, en personen die specifieke medische bijstand behoeven, mits de organisator ten minste 48 uur voor het begin van de pakketreis in kennis is gesteld van hun bijzondere behoeften. De organisator mag zich niet beroepen op onvermijdbare en buitengewone omstandigheden om aansprakelijkheid uit hoofde van lid 7 van dit artikel te beperken indien de betrokken vervoerder zich daarop krachtens het toepasselijke recht van de Unie niet kan beroepen.