Einde inhoudsopgave
Comptabiliteitswet 2016
Artikel 10.2 Overgangsrecht
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-03-2017, Stb. 2017, 139 (uitgifte: 07-04-2017, kamerstukken: 34426)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-05-2017, Stb. 2017, 253 (uitgifte: 19-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Staatsrecht / Algemeen
1.
De bepalingen van de Comptabiliteitswet 2001 en de daarop berustende bepalingen zoals deze golden voor de inwerkingtreding van deze wet blijven van toepassing op:
- a.
de begrotingen en de suppletoire begrotingen, jaarverslagen en rapporten die met deze begrotingen samenhangen, voor zover de begrotingen voor de inwerkingtreding van deze wet bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn ingediend;
- b.
de besluiten betreffende de aanwijzing als baten-lastenagentschap of verplichtingen-kasagentschap, bedoeld in de artikelen 10 en 11a van de Comptabiliteitswet 2001, voor zover de besluiten voor de inwerkingtreding van deze wet zijn genomen;
- c.
de besluiten betreffende de aanwijzing tot het aanhouden van liquide middelen in de schatkist van het Rijk of het uitzetten van liquide middelen, bedoeld in de artikelen 24, zesde lid, en 45 van de Comptabiliteitswet 2001, voor zover de besluiten voor de inwerkingtreding van deze wet zijn genomen;
- d.
de privaatrechtelijke rechtshandelingen, bedoeld in de artikelen 32, 34 en 34a van de Comptabiliteitswet 2001, voor zover de rechtshandelingen voor de inwerkingtreding van deze wet zijn verricht;
- e.
de bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer, bedoeld in hoofdstuk VII van de Comptabiliteitswet 2001, voor zover de bevoegdheden voor de inwerkingtreding van deze wet zijn toegepast.
2.
De bepalingen van deze wet zijn niet van toepassing op:
- a.
de begrotingen en de suppletoire begrotingen, jaarverslagen en rapporten die met deze begrotingen samenhangen, voor zover de begrotingen voor de inwerkingtreding van deze wet bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn ingediend;
- b.
de privaatrechtelijke rechtshandelingen, bedoeld in de artikelen 32, 34 en 34a van de Comptabiliteitswet 2001, voor zover de rechtshandelingen voor de inwerkingtreding van deze wet zijn verricht;
- c.
de bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer, bedoeld in hoofdstuk VII van de Comptabiliteitswet 2001, voor zover de bevoegdheden voor de inwerkingtreding van deze wet zijn toegepast.