NJ 1932, p. 1329
Inbreuk op een erfdienstbaarheid van waterloop door den gebruiker (niet-eigenaar) van het dienend erf. Schuld. Vordering herstel rechtmatigen toestand.
HR 18-03-1932, ECLI:NL:HR:1932:176, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 maart 1932
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Visser, van den Dries, van Gelein Vitringa, Kranenburg
- Zaaknummer
[18031932/NJ_1932,_p._1329]
- Conclusie
Mr. Besier
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS128525:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1932:176, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑03‑1932
- Wetingang
(BW art. 721, 1401; Rv art. 134.)
Essentie
Inbreuk op een erfdienstbaarheid van waterloop door den gebruiker (niet-eigenaar) van het dienend erf. Schuld. Vordering herstel rechtmatigen toestand.
Samenvatting
[Doen ophoogen van een gebouw door den bewoner, eischer tot cassatie, waardoor de krachtens erfdienstbaarheid op het dak van dat gebouw afwaterende dakgoot van zijn buurman, verweerder, werd afgesloten.]
Degene, tegen, wien de vordering wordt ingesteld behoeft niet eigenaar van het dienend erf te zijn. Dat dit aanvankelijk door verweerder was gesteld en later werd teruggenomen, terwijl daarvoor werd in de plaats gesteld dat de oorspronkelijk gedaagde gebruiker en bewoner was, is geen verboden verandering van eisch. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.