Einde inhoudsopgave
Reglement op de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 15-04-1996. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-08-1995
- Bronpublicatie:
05-02-1996, Stb. 1996, 89 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-04-1996, terugwerkend tot: 01-08-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-1996, Stb. 1996, 89 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
2.
Leden van de Orde die een uniform dragen kunnen het draagteken in de vorm van een bâton van 27 bij 11 millimeter dragen. Indien de graad van Ridder Grootkruis, Grootofficier of Commandeur is verleend, wordt op de bâton een rozet met daarachter een balk als bedoeld in artikel 7, respectievelijk onderdeel a, onder 3°, onderdeel b, onder 3°, en onderdeel c, onder 2°, bevestigd. Indien de graad van Officier, dan wel Ridder is verleend, wordt op de bâton een rozet respectievelijk een kleine zilveren kroon bevestigd.