Einde inhoudsopgave
Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak
26
Geldend
Geldend vanaf 08-05-2020
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
13-05-2020, PbEU 2020, C 164 (uitgifte: 13-05-2020, regelingnummer: 2020/C 164/03)
- Inwerkingtreding
08-05-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-05-2020, PbEU 2020, C 164 (uitgifte: 13-05-2020, regelingnummer: 2020/C 164/03)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Europees belastingrecht / Fiscale staatssteun
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatssteun (V)
Om ondernemingen toegang tot liquiditeit te verzekeren wanneer zij plotseling met een tekort te maken krijgen, mag een onder de huidige omstandigheden passende, nodige en doelgerichte oplossing erin bestaan om voor een beperkte periode en een beperkte leensom rentesubsidie te verlenen. Daarnaast kan onder de huidige omstandigheden ook achtergestelde schuld, die bij insolventieprocedures achtergesteld is ten opzichte van gewone senior crediteuren, een geschikte, nodige en doelgerichte oplossing zijn. Dergelijke schuld is een minder verstorend instrument dan eigen vermogen of hybride kapitaal, omdat deze niet automatisch in eigen vermogen kan worden omgezet wanneer de onderneming in going concern is. Daarom moet steun in de vorm van achtergestelde schuld (1) voldoen aan de desbetreffende voorwaarden van punt 3.3, dat over schuldinstrumenten gaat. Aangezien ondernemingen hierdoor echter meer mogelijkheden krijgen om senior schuld aan te gaan op een wijze die vergelijkbaar is met kapitaalsteun, moeten bovendien een opslag voor kredietrisico en een verdere beperking ten aanzien van het bedrag vergeleken met senior schuld (één derde voor grote ondernemingen en de helft van het bedrag voor kmo’s, als bepaald in punt 27, onder d), i) of ii)) worden toegepast. Achtergestelde schuld die deze plafonds overschrijdt, dient, om een gelijke behandeling te garanderen, te worden beoordeeld aan de hand van de voorwaarden voor COVID‐19- herkapitalisatiemaatregelen die in punt 3.11 worden uiteengezet.