NJ 2023/141
Cassatie in het belang van de wet. Mocht het hof onder het begrip ‘de kosten van een raadsman’ als bedoeld in artikel 530 lid 2 Sv de kosten betrekken van door een derde, niet zijnde een advocaat, beroepsmatig verleende bijstand in een procedure bij de kantonrechter?
HR 07-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:344, m.nt. N. Jörg
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 maart 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
22/02175
- Conclusie
P-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
N. Jörg
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS699514:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:344, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑03‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:78, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑01‑2023
- Wetingang
Essentie
Cassatie in het belang van de wet n.a.v. beschikking Hof Arnhem-Leeuwarden. Oordeel hof dat kosten van door een derde, niet zijnde een advocaat, beroepsmatig verleende rechtsbijstand in een procedure bij kantonrechter kunnen worden begrepen onder de kosten van een raadsman als bedoeld in artikel 530 lid 2 Sv is onjuist.
Samenvatting
Als een zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, kan op grond van artikel 530 lid 2 Sv aan de gewezen verdachte uit ’s Rijks kas ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.