RBP 2023/59
Openbaarheid. Welke informatie moeten gerechten over civiele procedures verstrekken aan derden?
HR 21-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:658
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 april 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/00394
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- JCDI
JCDI:ADS709000:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Privacy / Bescherming persoonsgegevens
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:658, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:533, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑05‑2022
- Wetingang
Essentie
Openbaarheid. Rechtspraak.
Welke informatie moeten gerechten over civiele procedures verstrekken aan derden?
Samenvatting
Deze zaak heeft formeel betrekking op een al in 2012 door een advocaat bij de griffier van de Rechtbank Den Haag ingediend verzoek om hem te berichten of er een of meer procedures bij die rechtbank aanhangig waren (geweest) waarbij een met naam genoemde natuurlijk persoon partij was. Nadat de griffier het verzoek had afgewezen, en de advocaat namens meerdere partijen tegen die afwijzing in verzet was gekomen, gelastte de voorzieningenrechter bij beschikking van 27 september 2012 de griffier om afschriften te verstrekken van alle uitspraken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.