Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 346/2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen
Artikel 4 bis
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 02-08-2021.
- Bronpublicatie:
20-06-2019, PbEU 2019, L 188 (uitgifte: 12-07-2019, regelingnummer: 2019/1156)
- Inwerkingtreding
01-08-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2019, PbEU 2019, L 188 (uitgifte: 12-07-2019, regelingnummer: 2019/1156)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds mag tot pre-marketing in de Unie overgaan, behalve wanneer de aan potentiële beleggers verstrekte informatie:
- a)
volstaat om beleggers in staat te stellen zich ertoe te verbinden rechten van deelneming of aandelen in een bepaald in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds te verwerven;
- b)
neerkomt op inschrijvingsformulieren of soortgelijke documenten, ofwel in ontwerpvorm, ofwel in definitieve vorm, of
- c)
neerkomt op oprichtingsdocumenten, een prospectus of aanbiedingsdocumenten in definitieve vorm van een nog niet opgericht in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds.
Wanneer een ontwerp van een prospectus of aanbiedingsdocument wordt verstrekt, bevatten deze documenten niet voldoende informatie om beleggers in staat te stellen een beleggingsbeslissing te nemen, en wordt hierin duidelijk vermeld dat:
- a)
deze documenten geen aanbod of uitnodiging vormen om in te schrijven op rechten van deelneming of aandelen in een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds, en
- b)
niet mag worden afgegaan op de daarin opgenomen informatie, omdat deze onvolledig is en kan veranderen.
2.
De bevoegde autoriteiten verlangen niet van een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds dat hij de bevoegde autoriteiten kennisgeeft van de inhoud of van de geadresseerden van pre-marketing, noch dat hij voordat hij tot pre-marketing overgaat voldoet aan andere voorwaarden of vereisten dan die welke in dit artikel zijn vermeld.
3.
Beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen zorgen ervoor dat beleggers geen rechten van deelneming of aandelen in een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds verwerven via pre- marketingactiviteiten en dat beleggers die in het kader van pre-marketing zijn benaderd, alleen rechten van deelneming of aandelen in dat in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds kunnen verwerven door verhandeling die is toegestaan uit hoofde van artikel 16.
Elke inschrijving door professionele beleggers, binnen 18 maanden nadat de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds tot pre-marketing is overgegaan, van rechten van deelneming of aandelen in een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds waarvan sprake is in de informatie die is verstrekt in het kader van pre-marketing, of in een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds dat is opgericht naar aanleiding van die pre-marketing, wordt als het resultaat van de verhandeling daarvan beschouwd en valt onder de in artikel 16 vermelde toepasselijke kennisgevingsprocedures.
4.
Een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds zendt uiterlijk twee weken na het begin van de pre-marketing een informele brief, per post of via elektronische weg, aan de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst. In die brief wordt verduidelijkt in welke lidstaten en gedurende welke perioden de pre- marketing plaatsvindt of heeft plaatsgevonden en staat een beknopte beschrijving van de pre-marketing, met inbegrip van informatie over de gepresenteerde beleggingsstrategieën en, in voorkomend geval, een lijst van de in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen die het onderwerp zijn of waren van pre-marketing. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds stellen onverwijld de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds aan pre-marketing doet of heeft gedaan, in kennis. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de pre-marketing plaatsvindt of heeft plaatsgevonden kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds verzoeken aanvullende informatie te verstrekken over de pre-marketing die op zijn grondgebied plaatsvindt of heeft plaatsgevonden.
5.
Een derde mag uitsluitend aan pre-marketing doen namens een vergunninghoudende beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds wanneer deze een vergunning heeft overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (1), als kredietinstelling overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (2), als icbe-beheermaatschappij overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG, als beheerder van een alternatieve beleggingsinstelling overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU, of indien hij als verbonden agent optreedt overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU. Op een dergelijke derde zijn de in dit artikel gestelde voorwaarden van toepassing.
6.
Een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds ziet erop toe dat pre-marketing toereikend wordt gedocumenteerd.
Voetnoten
Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).