Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 1019b [Voorlopige maatregelen tot bescherming van bewijs]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2007
- Redactionele toelichting
Dit artikel is niet van toepassing op procedures waarvan de dagvaarding of het verzoekschrift voor of op de dag van inwerkingtreding van dit artikel is uitgebracht.
- Bronpublicatie:
08-03-2007, Stb. 2007, 108 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30392)
- Inwerkingtreding
01-05-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2007, Stb. 2007, 108 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30392)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
1.
De voorzieningenrechter kan verlof verlenen tot het treffen van voorlopige maatregelen ter bescherming van bewijs aan de verzoeker die voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er inbreuk op zijn recht van intellectuele eigendom is gemaakt of dreigt te worden gemaakt. Tot deze maatregelen ter bescherming van bewijs kunnen behoren, naast de reeds in de wet geregelde maatregelen, conservatoir bewijsbeslag, gedetailleerde beschrijving en monsterneming ter zake van vermeend inbreukmakende roerende zaken, bij de productie daarvan gebruikte materialen en werktuigen en op de inbreuk betrekking hebbende documenten.
2.
De rechter bepaalt zo nodig de wijze waarop beschrijving plaatsvindt of monsters worden genomen en wat met de monsters dient te gebeuren.
3.
Deze maatregelen worden genomen zo nodig zonder dat de wederpartij wordt gehoord, met name indien het aannemelijk is dat uitstel de verzoeker onherstelbare schade zal berokkenen, of indien er een aantoonbaar gevaar voor verduistering of verlies van bewijs bestaat.
4.
Verlof tot het treffen van de gevraagde maatregel wordt niet gegeven voor zover de bescherming van vertrouwelijke informatie niet is gewaarborgd.