Einde inhoudsopgave
Wet belastingen op milieugrondslag
Artikel 71j
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
16-12-2020, Stb. 2020, 544 (uitgifte: 23-12-2020, kamerstukken: 35575)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2020, Stb. 2020, 544 (uitgifte: 23-12-2020, kamerstukken: 35575)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Milieubelastingen (V)
1.
Onder de naam CO2-heffing industrie wordt een belasting geheven ter zake van:
- a.
de emissie van broeikasgas door een broeikasgasinstallatie;
- b.
de emissie van kooldioxide door een afvalverbrandingsinstallatie; of
- c.
de emissie van kooldioxide en distikstofoxide door een lachgasinstallatie.
2.
Van de heffing zijn uitgezonderd de emissies door broeikasgasinstallaties:
- a.
als gevolg van het opwekken van elektriciteit zonder het gebruik van restgassen als brandstof; of
- b.
als gevolg van het opwekken van meetbare warmte die wordt uitgevoerd ten behoeve van stadsverwarming indien de broeikasgasinstallatie in het belastingtijdvak meer dan driekwart van zijn totaal geproduceerde meetbare warmte in dat belastingtijdvak heeft uitgevoerd ten behoeve van stadsverwarming.
3.
Van de heffing is uitgezonderd de emissie van kooldioxide door broeikasgasinstallaties en afvalverbrandingsinstallaties die worden overgedragen voor geologische opslag en waarbij wordt voldaan aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden.