Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Uganda tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 8 Zeevaart en luchtvaart
Geldend
Geldend vanaf 10-09-2006
- Bronpublicatie:
31-08-2004, Trb. 2005, 5 (uitgifte: 13-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-09-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-09-2006, Trb. 2006, 197 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voordelen uit de exploitatie van schepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer zijn slechts belastbaar in de Verdragsluitende Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen.
2.
Indien de plaats van de werkelijke leiding van een scheepvaartonderneming zich aan boord van een schip bevindt, wordt deze plaats geacht te zijn gelegen in de Verdragsluitende Staat waar de thuishaven van het schip is gelegen, of, indien er geen thuishaven is, in de Verdragsluitende Staat waarvan de exploitant van het schip inwoner is.
3.
Voor de toepassing van dit artikel omvatten voordelen behaald met de exploitatie van schepen en luchtvaartuigen in het internationaal verkeer mede:
- a.
voordelen behaald met de verhuur op basis van verhuur zonder bemanning van schepen en luchtvaartuigen mits deze in het internationaal verkeer worden geëxploiteerd, en mits deze voordelen uit de verhuur een incidentele bron van inkomsten vormen naast de voordelen omschreven in het eerste lid;
- b.
voordelen verkregen uit het gebruik, het onderhoud of de verhuur van containers (daaronder begrepen opleggers of aanhangwagens, schuiten en daarmee verband houdende uitrusting voor het vervoer van containers) gebezigd voor het vervoer van goederen of koopwaar in het internationaal verkeer, mits deze voordelen een incidentele bron van inkomsten vormen naast de voordelen omschreven in het eerste lid.
4.
De bepalingen van het eerste lid zijn ook van toepassing op voordelen uit de deelneming in een ‘pool’, een gemeenschappelijke onderneming of een internationaal opererend agentschap.