Einde inhoudsopgave
Regeling palliatieve terminale zorg
Artikel 30
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2027
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (04-12-2023).
- Bronpublicatie:
13-11-2023, Stcrt. 2023, 31714 (uitgifte: 21-11-2023, regelingnummer: 3709804-1055612-LZ)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-2023, Stcrt. 2023, 31714 (uitgifte: 21-11-2023, regelingnummer: 3709804-1055612-LZ)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De instellingssubsidie voor de inzet van geestelijke verzorgers in de regio voor geestelijke verzorging thuis of de inzet van verlies- en rouwbegeleiders en geestelijk verzorgers thuis in de regio van een netwerk integrale kindzorg bedraagt ten hoogste het in bijlage 2 bij de desbetreffende instelling en het desbetreffende jaar genoemde bedrag.
2.
De minister kan het bedrag van de instellingssubsidie bijstellen in geval van een wijziging van de netwerkregio of de regio van een netwerk integrale kindzorg.
3.
De minister kan het bedrag van de instellingssubsidie bijstellen, rekening houdend met de ontwikkeling in de kosten van de arbeidsvoorwaarden. Met het oog op deze bijstelling kan de minister bij de verlening van de instellingssubsidie bepalen welk deel van het subsidiebedrag daarvoor in aanmerking zal worden genomen.
4.
Indien een instellingssubsidie met toepassing van het tweede of derde lid wordt bijgesteld, kan de bevoorschotting overeenkomstig worden gewijzigd.