Einde inhoudsopgave
Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens
Artikel 22 [Rectificatie]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
17-10-2018, Stb. 2018, 401 (uitgifte: 12-11-2018, kamerstukken: 34889)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2018, Stb. 2018, 495 (uitgifte: 24-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Bijzondere onderwerpen
1.
De betrokkene heeft het recht op diens schriftelijke verzoek van de verwerkingsverantwoordelijke rectificatie van de hem betreffende justitiële gegevens te verkrijgen en, rekening houdend met het doel van de verwerking, onvolledige justitiële gegevens te laten aanvullen. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen.
2.
De betrokkene heeft het recht op diens schriftelijke verzoek van de verwerkingsverantwoordelijke zonder onnodige vertraging vernietiging van de hem betreffende justitiële gegevens te verkrijgen, indien de gegevens in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt of een wettelijk voorschrift tot vernietiging verplicht.
3.
In plaats van vernietiging draagt de verwerkingsverantwoordelijke zorg voor afscherming van justitiële gegevens, als:
- a.
de juistheid van de gegevens door de betrokkene wordt betwist en de juistheid of onjuistheid niet kan worden geverifieerd, in welk geval de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene informeert voordat de afscherming wordt opgeheven, of
- b.
de persoonsgegevens moeten worden bewaard als bewijsmateriaal.
4.
De verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene binnen vier weken na ontvangst van het verzoek schriftelijk in kennis of, dan wel in hoeverre, hij daaraan voldoet.
5.
De verwerkingsverantwoordelijke deelt de rectificatie van de onjuiste justitiële gegevens mede aan de bevoegde autoriteit van wie de gegevens afkomstig zijn.