NJB 2012/1691
HR, 13-07-2012, nr. 11/01055
HR 13-07-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW4983
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juli 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, F.B. Bakels, W.D.H. Asser en C.E. Drion;
- Zaaknummer
11/01055
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- LJN
BW4983
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Voorfase
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW4983, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑07‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW4983, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑07‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑04‑1996
- Wetingang
art. 3:86 lid 1 en 3, 3:117 lid 1 BW; 3:120 lid 2, 3:291 lid 2; Sv art. 94, 116, 552a
Essentie
Bescherming derde-verkrijger te goeder trouw. Strafvorderlijk beslag. A koopt te goeder trouw van B een auto die gestolen blijkt te zijn van C. De politie legt strafvorderlijk beslag op de auto. Vervolgens geeft het openbaar ministerie de auto terug aan C, zonder A in kennis te stellen van het voornemen daartoe. A vordert schadevergoeding van de Staat. Het hof oordeelt dat C niet langer eigenaar van de auto was toen deze aan hem werd teruggegeven, omdat is gesteld noch gebleken dat hij deze binnen drie jaar vanaf de dag van de diefstal als zijn eigendom heeft opgeëist. HR: Vooropstelling: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.