Einde inhoudsopgave
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 88 Verhalen schade
Geldend
Geldend vanaf 17-10-2007
- Bronpublicatie:
17-02-2007, Stb. 2007, 125 (uitgifte: 10-04-2007, kamerstukken: 30474)
- Inwerkingtreding
17-10-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-10-2007, Stb. 2007, 386 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
1.
Een overheidslichaam kan — behoudens matiging door de rechter — de te zijnen laste komende kosten van beheer, verwijdering, of vernietiging van gewasbeschermingsmiddelen of biociden, ten aanzien waarvan in strijd is gehandeld met het bij of krachtens deze wet bepaalde, verhalen op degene door wiens onrechtmatige daad die kosten zijn veroorzaakt, of op degene die anderszins krachtens burgerlijk recht buiten overeenkomst aansprakelijk is voor de gevolgen daarvan.
2.
Een overheidslichaam kan in een geval als bedoeld in het eerste lid, overeenkomstig de regels betreffende ongerechtvaardigde verrijking, de daar bedoelde kosten verhalen op degene die door het beheer van de betrokken gewasbeschermingsmiddelen of biociden ongerechtvaardigd wordt verrijkt.
3.
Voor de toepassing van dit artikel is niet vereist dat op het tijdstip waarop de in het eerste lid bedoelde handeling met de in dat lid bedoelde gewasbeschermingsmiddelen en biociden zich heeft voorgedaan, reeds jegens de overheid onrechtmatig werd gehandeld.