NJB 2018/367
Huwelijksgoederengemeenschap. Motivering. Subsidiaire stellingen. Hoge Raad: De klacht dat het hof de subsidiaire stellingen van een procespartij niet heeft behandeld, is gegrond
HR 02-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:139
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 februari 2018
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/00635
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:139, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1324, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑11‑2017
- Wetingang
(art. 79 RO)
Essentie
Huwelijksgoederengemeenschap. Motivering. Subsidiaire stellingen. Hoge Raad: De klacht dat het hof de subsidiaire stellingen van een procespartij niet heeft behandeld, is gegrond
Partij(en)
A q.q., bewindvoerster over de goederen van de vrouw, adv. mr. S. Kousedghi, vs. B q.q., executeur van de nalatenschap van de man, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
In 2012 zijn de man en de vrouw in gemeenschap van goederen gehuwd. In 2015 zijn zij gescheiden. De vrouw wordt inmiddels vertegenwoordigd door een bewindvoerster. De man is in de loop van het geding overleden.
In dit geding over de verdeling van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.