AB 2018/42
AFM mag in bezwaar de boetegrondslag wijzigen. Geen verdergaande functiescheiding nodig dan is voorzien in art.10:3 lid 4 Awb. Geen vooringenomenheid. Feitelijk leidinggeven.
CBb 12-10-2017, ECLI:NL:CBB:2017:327, m.nt. R. Stijnen
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
12 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. W.E. Doolaard, S.C. Stuldreher, J.L. Verbeek
- Zaaknummer
16/866, 16/868, 16/942, 16/943
- Noot
R. Stijnen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS172862:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2017:327, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 12‑10‑2017
- Wetingang
Art. 7:11, 10:3 lid 4, art. 2:4 Awb
Essentie
AFM mag in bezwaar de boetegrondslag wijzigen door de gedragingen te kwalificeren als overtredingen van de Wft in plaats van overtredingen van de Whc. De wet vereist geen verdergaande functiescheiding dan dat degene die de boete oplegt niet is betrokken bij de opstelling van het boeterapport. Er is geen sprake van vooringenomenheid. Criterium voor feitelijk leidinggeven.
Samenvatting
Het College overweegt dat de systematiek en de uitgangspunten van de Awb terzake van het beslissen op een bezwaarschrift meebrengen dat een primair besluit in volle omvang wordt heroverwogen en dat deze heroverweging de gelegenheid biedt fouten te herstellen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.