NJ 1964/423
Wederzijdse vorderingen tot vergoeding van schade tengevolge van éénzelfde ongeval. Heeft beslissing omtrent de ene vordering gezag van gewijsde in de procedure over de andere vordering ? Door letsel veroorzaakte bedrijfsschade van gewonde, geleden in hoedanigheid van vennoot in een vennootschap. Aanspraak van de vennootschap op vergoeding ?
HR 15-02-1963, ECLI:NL:HR:1963:4, m.nt. Mr. D.J. Veegens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 februari 1963
- Magistraten
Mrs. Smits, de Jong, Wiarda, Hülsmann en Petit
- Zaaknummer
[151963/NJ_1964-423]
- Conclusie
Mr. Van Oosten
- Noot
Mr. D.J. Veegens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS140319:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1963:4, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑02‑1963
- Wetingang
(BW art. 1407, 1954.)
Essentie
Wederzijdse vorderingen tot vergoeding van schade tengevolge van éénzelfde ongeval. Heeft beslissing omtrent de ene vordering gezag van gewijsde in de procedure over de andere vordering ? Door letsel veroorzaakte bedrijfsschade van gewonde, geleden in hoedanigheid van vennoot in een vennootschap. Aanspraak van de vennootschap op vergoeding ?
Samenvatting
Het Hof heeft aan de beslissing, gegeven op de vordering van H. tegen A. tot vergoeding van de door hem, H., door de onderhavige aanrijding geleden schade, voor zover inhoudende dat H. voor drie/vierde gedeelte door eigen schuld en A. voor één/vierde gedeelte door diens schuld de aanrijding hebben ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.