FED 2013/27
De aangewezen ambtenaar voor de Wet WOZ is de aangewezen heffingsambtenaar van de Gemeentewet ook als dat de directeur van een samenwerkingsverband ex art. 232 lid 4 Gemeentewet is. De termijn van acht weken van art. 18a AWR geldt pas als de termijn van drie jaar van art. 11 AWR is verlopen. Vervangende waardebeschikkingen die niet zijn gebaseerd op art. 27 Wet WOZ kunnen hoger zijn dan de oorspronkelijke waardebeschikkingen en dan hoeft niet te zijn voldaan aan het de vereiste van het nieuwe feit
HR 28-09-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW1956, m.nt. G. Groenewegen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 september 2012
- Magistraten
Schaap, Feteris, Koopman, Groeneveld, De Groot
- Zaaknummer
10/04201
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
G. Groenewegen
- LJN
BW1956
- JCDI
JCDI:ADS273584:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Waardering onroerende zaken (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Fiscaal procesrecht / Procesorde
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑09‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BW1956, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑09‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW1956, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑2012
- Wetingang
Essentie
De aangewezen ambtenaar voor de Wet WOZ is de aangewezen heffingsambtenaar van de Gemeentewet ook als dat de directeur van een samenwerkingsverband ex art. 232 lid 4 Gemeentewet is. De termijn van acht weken van art. 18a AWR geldt pas als de termijn van drie jaar van art. 11 AWR is verlopen. Vervangende waardebeschikkingen die niet zijn gebaseerd op art. 27 Wet WOZ kunnen hoger zijn dan de oorspronkelijke waardebeschikkingen en dan hoeft niet te zijn voldaan aan het de vereiste van het nieuwe feit
Uitspraak
Het geschil betreft de WOZ-beschikkingen voor het tijdvak 1 januari 2005 tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.